Boskant, jongste dorp van Meierijstad

Een nieuw dorp rond de school

Tijd van televisie en computer

Het jongste dorp van Meierijstad? Dat is Boskant! Boskant is namelijk pas na de Tweede Wereldoorlog gebouwd. Nederland moest opgebouwd worden, want er was veel kapot gemaakt. Tussen 1948 en 1958 was Willem Drees minister-president in Nederland. Willem Drees vond dat niemand in Nederland in armoede mocht leven en dat er voorzieningen moesten komen om mensen te helpen, zoals ziekenhuizen, scholen of bejaardenhuizen. De eerste voorziening in Boskant was de Franciscusschool. Hoe komt het dat er dankzij de school een dorp ontstond?

Boskant

Boskant was geen dorp. Het was de naam van een buurt. In die buurt lagen verschillende groepjes boerderijen, zoals Kremselen, Vernhout, Nieuwenhuizen, Donderdonk en Espendonk. De boerderijen lagen ver van het dorp Sint-Oedenrode. De kinderen moesten een heel eind lopen als ze naar school gingen. Vooral in de winter was dat vervelend.

Een eigen school

De mensen in Boskant wilden graag een school voor hun kinderen. De pastoor van Sint-Oedenrode vond dat onzin. De kinderen moesten maar in Sint-Oedenrode naar school. De gemeenteraad had er wel oren naar. Zij vond het belangrijk dat kinderen goed onderwijs kregen. In 1945 kreeg Boskant een eigen school. Het was een houten barak, afkomstig van het Duitse vliegveld in Schijndel. In 1952 werd dit een echte stenen school.

Verzorgingsstaat

Een stenen schoolgebouw was belangrijk. Willem Drees wilde een 'verzorgingsstaat'. Dat betekende, dat de Nederlandse overheid voor haar burgers zorgde. Oude mensen kregen bijvoorbeeld een pensioen als ze stopten met werken. En mensen met kinderen kregen elke maand wat geld: de kinderbijslag. Bij een verzorgingsstaat hoorde ook goed onderwijs voor alle kinderen. Er kwamen nieuwe schoolgebouwen met grote klaslokalen en speel- en leermaterialen.

Nieuw dorp tussen de weilanden

Het is fijn als je dicht bij goede voorzieningen woont. Daarom werden vlak bij de school in 1948 de eerste huizen van Boskant gebouwd. Die stonden zomaar midden tussen de weilanden! Het waren veertien woningwetwoningen in de Wilgenstraat. Ze werden gebouwd met geld van de overheid. In 1956 kreeg Boskant ook een eigen kerk, de Ritakerk. Vanaf dat moment was het een echt dorp.

Trots op je dorp

Boskant heeft haar eigen verenigingen. Bijvoorbeeld een handboogclub en voetbalclub. Door voorzieningen en verenigingen voelen mensen zichzelf verbonden met Boskant. Ze zijn trots op hun dorp. Dat betekent ook, dat ze zich soms afzetten tegen andere dorpen. Er is bijvoorbeeld een gezonde rivaliteit tussen de voetbalclubs van Boskant en Sint-Oedenrode.

Behoud van voorzieningen

We vinden het belangrijk dat er goede voorzieningen in de kerkdorpen blijven. Het doet pijn als voorzieningen uit het dorp verdwijnen. In 2014 sloot de Ritakerk in Boskant haar deuren. Ze moest dicht. De mensen waren verdrietig. De inwoners veranderden hun doopkapel in Ritakapel. Zo blijft er toch een soort kerkje voor Boskant bewaard. Dat past helemaal bij de gedachten van Willem Drees: voorzieningen voor iedereen.