De Eendracht van Ariëns

Sociale strijd

Tijd van burgers en stoommachines

In het najaar van 1894 kwamen de textielarbeiders van D. Jordaan & Zonen Textielfabrieken NV in Haaksbergen in verzet tegen de directie, omdat hun loon van f 5,‒ tot f 3,‒ was verlaagd. Ze wilden het werk neerleggen. De Enschedese kapelaan Alphons Ariëns wist een staking te voorkomen. Maar er werden wel 41 arbeiders ontslagen. Ariëns richtte voor hen een weverij op: De Eendracht. Een succes werd dat uiteindelijk niet.
Het had Ariëns (1860-1928) veel moeite gekost om de gemoederen tot bedaren te brengen, maar hij wist de mannen ervan te overtuigen dat een staking afschuwelijke gevolgen zou hebben. In Enschede had hij van nabij ervaren hoe stakers door hun bazen waren ontslagen, waarna zij en hun gezinnen zonder inkomsten kwamen te zitten. Vier vertrouwensmannen van het personeel hadden een onderhoud met de directie van Jordaan. Dat verliep zo slecht, dat twee van hen, de katholieke arbeiders Bernard Slotman en Reinier Vaanhold, op staande voet werden ontslagen. Daarop kwam er een breuk tussen de protestantse en de katholieke arbeiders bij Jordaan. Voor de directie was dit aanleiding om 39 katholieke werknemers op straat te zetten, zogenaamd "wegens gebrek aan werk". Ze kregen nog wel 6 weken hun loon, maar daarna was het afgelopen. Van alle kanten werden de getroffen gezinnen geholpen, maar van die ondersteuning konden ze het hoofd niet boven water houden. De mannen moesten zo spoedig mogelijk weer aan de slag zien te komen. De grote vraag was: waar? Want in Haaksbergen was de fabriek van Jordaan de enige die werkgelegenheid van betekenis bood.

Coöperatieve fabriek

Ariëns had zich verdiept in de sociale gedachten van bisschop Emmanuel von Ketteler uit Mainz. Diens samenwerkingsmodel zag Ariëns als de oplossing om de ontslagen arbeiders van de maatschappelijke ondergang te redden. Met een kapitaal van f 9.000,‒, dat geheel uit aandelen bestond, richtte hij in 1894 voor de 41 gedupeerde fabrieksarbeiders weverij De Eendracht op. De Katholieke Arbeiders Bond stelde als werkruimte haar gebouw beschikbaar op de hoek van De Braak en de Werfheegde (nu Dr. Ariënsstraat). Er kwamen handgetouwen die door 30 wevers werden bediend. De overige arbeiders maakten zich als spoelers of scheerders verdienstelijk. De onderneming werd bestuurd door een driemanschap. Helaas werd het geen bloeiend bedrijf. Toen de directie in het najaar van 1897 op stoom wilde overgaan, moest eerst een schuld van f 6.000,‒ worden verrekend. Ariëns kreeg dat voor elkaar, waarna aan het hoofdgebouw een ketelhuis met machinekamer kon worden gebouwd.

Ondergang

De modernisering bracht echter geen betere bedrijfsresultaten. Ariëns ging zelf met een koffertje met stalen van geweven goederen langs kloosters, maar ook dat mocht niet baten. De financiële nood werd zo hoog, dat het bedrijf in 1908 moest stoppen. De werkloos geworden arbeiders mochten terugkomen bij Jordaan, behalve… Bernard Slotman en Reinier Vaanhold. De directie vond hun optreden tijdens de stakingsactie nog steeds onvergeeflijk! Het fabrieksgebouw werd verkocht om later plaats te maken voor woningen.

Eerherstel

De goederen van De Eendracht moesten door Ariëns aan de man worden gebracht om de schuldeisers te kunnen betalen. Dat bezorgde de kapelaan twee moeilijke jaren. Hij zag zich zelfs genoodzaakt om de miskelk te verkopen, die hem door zijn familie bij zijn priesterwijding was geschonken. Arïens bleef veel tegenwerking ondervinden in zijn sociale strijd. De kerkleiding besloot hem zelfs over te plaatsen naar het kleine Steenderen. Van daaruit zou hij veel minder invloed kunnen uitoefenen. Jaren later, in 1919, kreeg Ariëns eerherstel en werd benoemd tot geheim kamerheer van de paus. Bij die gelegenheid kreeg hij de miskelk weer terug. In 1982 is ter nagedachtenis een standbeeldje onthuld, gemaakt door Jan Kip.