Bloedbad bij Veghel

Brandtochten en verzet in de Meierij

Tijd van ontdekkers en hervormers

Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) kozen Erp, Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel de kant van de Spanjaarden. Daardoor werden ze vijanden van de opstandelingen, de geuzen. Die waren in dienst van Willem van Oranje. Zij straften de inwoners van de Meierij met brandtochten. In 1587 sloegen de geuzen van Filips van Hohenlohe 500 boeren dood. Wat was er aan de hand?

Willem van Oranje

Willem van Oranje is de 'Vader des Vaderlands'. Hij was de leider van de Opstand tegen Spanje. Hij wilde dat de Nederlanden onafhankelijk werden. Toch waren de inwoners van Erp, Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel niet blij met hem. Den Bosch en de Meierij wilden Spaans blijven. Willem van Oranje besloot de inwoners van Den Bosch uit te hongeren. Al het voedsel op de velden moest verbrand worden.

Brandtochten

Vanaf 1579 vielen de geuzen de Meierij lastig. Ze overvielen dorpen en boerderijen. Ze probeerden zoveel mogelijk te verbranden. Ook het graan op de akkers. Daarom werden de overvallen van de geuzen brandtochten genoemd.

Filips van Hohenlohe

In de zomer van 1587 ging graaf Filips van Hohenlohe op brandtocht in de Meierij. Hij was in dienst van Willem van Oranje. Filips had 4.000 soldaten en 600 ruiters meegenomen. Hij stak Helmond in brand. Toen ging hij met zijn leger via Stiphout, Aarle-Rixtel en Lieshout richting Veghel en Erp. Ook daar wilde hij huizen verbranden.

Verzet van de dorpen

De inwoners probeerden de geuzen te stoppen. Honderden boeren uit de Meierij verzamelden zich bij Veghel. Waarschijnlijk ergens in de buurt van Zijtaart. Ze groeven kuilen en maakten aarden walletjes om zich te kunnen verdedigen. Soldaten uit Den Bosch zouden de boeren komen helpen.

Het bloedbad

Helaas waren de soldaten van Hohenlohe als eerste in Veghel. Vroeg in de ochtend van 8 juni 1587 viel hij de boeren aan. Er volgde een bloedbad waarbij 500 boeren werden doodgeslagen of gevangengenomen. Veel boeren vluchtten naar Veghel. Ze verstopten zich in kasteel Frisselstein of in de kerk. Daar waren ze veilig.

Veghel en Erp verbrand

Hohenlohe liet huizen, boerderijen en de windmolens in Veghel en Erp in brand steken. De kasteelheer van Frisselstein betaalde geld. Zo werd het kasteel niet verbrand. Tegen de middag waren de soldaten van Hohenlohe moe van het moorden en branden. Ze vertrokken naar Sint-Oedenrode om het dorp leeg te halen en te rusten. Maar Sint-Oedenrode en Schijndel waren al verlaten. De inwoners wisten al wat er gebeurd was in Veghel en Erp en waren gevlucht.