De Franse tijd

Bezetting en bevrijding

Tijd van pruiken en revoluties

In 1795 vielen Franse troepen de Nederlanden binnen en brachten het oude regime met Willem V als stadhouder aan het hoofd ten val. In 1806 benoemde keizer Napoleon Bonaparte zijn broer Lodewijk Napoleon tot de eerste koning van de Bataafse Republiek, zoals ons land toen werd genoemd. Lodewijk Napoleon ging in Den Haag wonen. Hij wilde een goede koning zijn voor de Bataafse Republiek en speelde zijn rol met verve. Maar Lodewijk voldeed niet volgens zijn broer Napoleon en op 9 juli 1810 werden de Nederlanden bij Frankrijk ingelijfd met Napoleon Bonaparte zelf aan het hoofd. Hij zag de Nederlanden zuiver als een wingewest van Frankrijk.

Franse invloed

Ook Dalfsen kreeg toen te maken met de Franse wetten, de Franse taal, Frans geld en de Franse kalender. Dat betekende niet dat de bewoners van Dalfsen Frans spraken of de Franse wetten kenden, maar ze merkten wel dat Napoleon zich overal mee bemoeide. Als landbouwregio kreeg Dalfsen vooral te maken met verplichtingen op agrarisch gebied. Zo werden in Dalfsen de boeren verplicht om mangelwortel (suikerbiet) te verbouwen. Dit in verband met de blokkade van Engeland op de handel in suiker. De teelt van tabak werd verboden, zelfs voor privédoeleinden. De reden daarvan was dat in Frankrijk tabak op grote schaal werd verbouwd. Over die tabak werd belasting geheven. Tabaksverbouw in Nederland zou dus ten koste gaan van de tabaksverbouw in Frankrijk. De teelt van hennep werd aangemoedigd, omdat uit dit product linnen gewonnen kon worden. Al binnen 1 jaar bleek de teelt van mangelwortel geen succes. Het meeste van het uitgedeelde zaad was niet opgekomen. Over de veestapel in Dalfsen wilde de Franse legerleiding veel weten. Hoeveel varkens er in Dalfsen waren en hoeveel die gemiddeld wogen. Ook naar de paarden werd geïnformeerd, dit in verband met de bevoorrading van de cavalerie van de legers van Napoleon. Om te voorkomen dat paarden werden weggesmokkeld, werd het zelfs verboden om ze te verplaatsen naar een ander departement. Ook naar het aantal runderen en hun geslacht werd geïnformeerd.

Omstreden maatregelen

Eén van de meest omstreden maatregelen van de Fransen was de invoering van de dienstplicht. Of een Dalfser boerenzoon in dienst moest, werd door loting in Ommen of Zwolle bepaald. Rijkere boeren konden voor hun zoon een remplaçant (vervanger) kopen, zodat die zoon op de boerderij kon blijven om het boerenberoep uit te oefenen. Verder was er natuurlijk de mogelijkheid van desertie. Diegene die daarop werd betrapt, werd behoorlijk zwaar gestraft. Er zijn enkele Dalfser boerenzonen op de slagvelden van Napoleon gestorven. De boeren werden verplicht om rondtrekkende legeronderdelen in hun huis op te nemen en van alle gemakken te voorzien, het zogenaamde inkwartieren. De gemeente Dalfsen was verplicht om door middel van een soort fiscaal omslagstelsel belasting te betalen. Dalfsen moest bijvoorbeeld f 8.000,‒ bijdragen aan de verbetering van de weg van Amsterdam naar Hannover, omdat een klein stukje van die weg over Dalfser grondgebied liep. Die lasten drukten dan weer op de schouders van de boerenbevolking. Zo zal al die wetgeving de boeren in Dalfsen wel eens tot wanhoop gebracht hebben. Maar Dalfsen heeft geen last gehad van plundering, brandstichting of verkrachting van doortrekkende legers.

Bevrijding

Van de Fransen is Dalfsen op 23 november 1813 bevrijd. Vanaf dat moment noemde de maire (burgemeester) zich weer schout. Dalfsen werd in die periode, net zoals zoveel steden, overheerst door de Kozakken, een ruw paardenvolk, uit Rusland. De Kozakken eisten op 27 november 1813 nog 46 paarden. Die paarden moesten geleverd worden door de inwoners van Dalfsen bij herberg Het Roode Hert. De Hervormde Kerk van Dalfsen werd door de Kozakken als paardenstal gebruikt. Sporen van paardentanden zijn nog zichtbaar aan de bovenkant van de kerkbank van de familie Van Dedem van huize Den Berg in Dalfsen. Ook is er nog een twee kopeken muntje, geslagen in Sint- Petersburg in de periode 1811-1814, in Dalfsen gevonden.