Molukkers

Een nieuwe bevolkingsgroep

Tijd van televisie en computers

Na het uitroepen van de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 kwamen veel Molukkers, die in het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger hadden gediend, naar Nederland. Als bondgenoten van de voormalige kolonisator waren zij hun leven niet zeker onder het Indonesische bewind van Soekarno. Hun vurige, maar onvervulde wens was een eigen Molukse staat.
In Nederland woonden de Molukkers aanvankelijk in barakkenkampen zoals De Vossenbos bij Wierden. Vanaf 1961 kwamen de eerste Molukse gezinnen naar Nijverdal. Zij werden gehuisvest in 50 huizen die gebouwd waren langs de Spoelerstraat, Fabrieksstraat, Paulus Potterstraat en het Rembrandtplein. De integratie met de Nijverdalse bevolking verliep moeizaam. Er ontstonden vaak relletjes tussen groepen Molukse jongeren en de Nijverdalse jeugd. De aanleiding was vaak ruzie om een meisje.

Samenleven

De Nederlanders en de Molukkers moesten erg aan elkaar wennen. De Molukkers waren al vaak binnen Nederland verhuisd en stonden wantrouwig ten opzichte van de overheid. Deze liet de nieuwkomers grotendeels aan hun lot over. De gemeente deed niets omdat de integratie een taak van de Rijksoverheid was, maar ook door het Rijk werden weinig initiatieven ondernomen.

Bunga Tandjung

Geleidelijk aan verbeterden de contacten met de Nederlandse bevolking. Dat gebeurde aanvankelijk voornamelijk via scholen, kerken en sportverenigingen (waaronder de voetbalclubs). Een eerste poging om tot integratie te komen ontstond door de vorming van een ICCAN-comité, het Interkerkelijk Contact Comité Ambon-Nederland. Voornaamste doel was het kweken van wederzijds begrip. De Stichting Hellendoorn richtte vervolgens een zelfstandige stichting voor sociaal cultureel werk voor de Molukse bevolking op, genaamd Bunga Tandjung. De gemeenschap kreeg in 1978 een eigen gebouw en een kerk aan de Parallelweg in Nijverdal.

Contraregering

De president van de Zuid-Molukkers in ballingschap was Ir. Manusama. In 1969 werd er een contraregering in ballingschap gevormd, omdat een deel van de Molukse bevolking het niet eens was met zijn beleid. Premier van de contraregering werd Nijverdaller N. Tatuhey. Enkele uren na een tv-uitzending waarin de contraregering zich presenteerde, werd de woning van Tatuhey in Nijverdal kort en klein geslagen door groepen jonge Ambonezen uit andere plaatsen. Rond 1970 kregen Molukse jongeren in de bossen van Nijverdal zware veldtrainingen, met als doel het beschermen van de eigen regering tegen rivaliserende groepen Molukse jongeren. Later werden er trainingen gehouden die bedoeld waren als voorbereiding voor een eventuele invasie in de Zuid-Molukken, om de eigen republiek alsnog te verwezenlijken.

Integratie

In 2011 zijn de Zuid-Molukkers 50 jaar aanwezig in Nijverdal. Er is allang geen sprake meer van rivaliteit tussen de Nederlandse en Molukse jongeren. De bevolking is inmiddels geïntegreerd in de Nijverdalse samenleving. De gedachte aan een vrije Republik Maluku Selatan (RMS) leeft echter nog steeds, getuige ook diverse graffitileuzen op muren in Nijverdal. De Molukkers voelen zich nog altijd nauw verbonden met hun landgenoten op de Molukse eilanden, zeker op momenten dat de spanningen tussen christenen en moslims daar tot uitbarsting komen.