Eerste vermelding

Ontstaan en betekenis van Bathmen

Tijd van steden en staten

Het is onbekend hoe oud Bathmen is. Lang dacht men dat de naam voor het eerst voorkwam in een oorkonde uit 1046 van Koning Hendrik III. Daarin schonk hij aan Bernulfus, de bisschop van Utrecht, een graafschap in Hamaland en enige Koninklijke eigendommen in Deventer. Onbekend is waar Hamaland precies lag, hoewel de grenzen door plaatsnamen werden aangegeven. W. Nagge, predikant in Twello, voltooide in 1678 een geschiedenis van Overijssel waarin hij de oorkonde vertaalde. Hij meende onder meer te lezen: "Hier ondergeteickent van Batman tot Hunne, van Hunne tot Weggestapel, ende vandaer tot Westerfle", enzovoorts. Hunne zag hij aan voor Hunnep(pe). Dan stonden Bathmen en Hunne weliswaar in een onlogische volgorde, maar hij veronderstelde dat door fouten van schrijvers die namen waren verwisseld.
In 1761 gaf de Deventer stadsschrijver G. Dunbar een andere vertaling: "van Rattink op Ter Hunnepe; van Ter Hunnepe op Weggestapel en van daer op Wesepe". De oorkonde was kennelijk slecht leesbaar. De waarschijnlijk juiste vertaling kwam in 1961 van de gezaghebbende historicus mr. G.J. ter Kuile jr.: "van Rathnon (Rande) naar Hunne (het erf Hunne onder Averlo), van Hunne naar Weicggestapelen (het erf Weggestapelen onder Holten)". Dat is wel een logische volgorde, waarmee de vermelding van Bathmen in de oorkonde van 1046 definitief was verworpen.

Een kerk te Bathmen

Wel is met zekerheid voor het eerst sprake van Bathmen in een oorkonde uit 1284. Toen verkochten de erfgenamen van de edelman Wilhelmus van Wederehorne een derde van de tienden (een oogstbelasting) in de parochie van Bathmen, aan Wolbertus en Theodoricus van het kapittel van Deventer. In 1284 was er dus sprake van een parochie; de oorsprong ervan blijft in nevelen gehuld.

Naamgeving

De betekenis van de naam Bathmen is onduidelijk. De meest waarschijnlijke verklaring kwam van H.J. Moerman. Hij gaf in 1956 als mogelijke duiding van het tweede deel van de naam het woord "man", waarmee in Oost-Nederland vaak namen van erven werden gevormd. Het eerste deel zou dan een persoonsnaam kunnen zijn, Bado, of het oude woord voor "bode", namelijk "bade". Het woord "bode" werd volgens A.G. Koenderink vóór 1400 uitgesproken als "bade" en daarmee werd de overbrenger van berichten van de landheer bedoeld. De woonplaats van de bade, het erf, werd badeguet genoemd en daarvan werden onder meer de familie- en boerderijnamen Bading en Boding afgeleid, later soms verkort tot Baan, Boink of Beunk.
In Bathmen heeft een erve Boink bestaan, in 1580 in het oudst bewaarde markeboek "Boynck" genoemd. Het heette later erve Beunk of Beugink en lag aan de Kerksteeg, een pad dat ongeveer op dezelfde plaats liep als de huidige Beuginkstraat. Dat dit erve Boynck of Beunk het erve van een "bade" is geweest, is zeker mogelijk. Maar de Nomina Geographica Neerlandica meldt dat de naam Bathmen ouder is dan Batman.