Vensterplaat De Eerste Wereldoorlog

  1. De Eerste Wereldoorlog

    Van 1914 tot 1918 woedt er in Europa een 'grote oorlog'. Later is deze oorlog de Eerste Wereldoorlog genoemd. In deze oorlog vechten de 'geallieerden' tegen de 'centralen'. De geallieerden zijn Frankrijk, Groot-Brittannië, Rusland en later ook Amerika. De centralen zijn Duitsland, Oostenrijk en Turkije.

    De oorlog gaat uiteindelijk tussen 33 landen over de hele wereld. Vandaar ook de naam WERELDoorlog. De oorlog krijgt de naam Eerste Wereldoorlog als er in 1939 een tweede wereldoorlog uitbreekt.

  2. Een oorlog in de loopgraven

    Dit is een loopgraaf: een lange, smalle gang in de grond. De Eerste Wereldoorlog speelt zich vooral af in zulke loopgraven. Die zijn soms kilometers lang. De soldaten graven de loopgraven om zich te kunnen beschermen tegen de aanvallen van de vijand. Als de soldaten daar beschoten worden, kunnen ze er alleen maar het beste van hopen…

    Het leven in een loopgraaf is verschrikkelijk. Je kunt er geen kant op. Je moet wachten in de modder en kou totdat geprobeerd wordt een stukje land te veroveren. Soms klinkt er een fluitje als teken dat de aanval gaat beginnen. Met honderden tegelijk wordt je dan gedwongen de loopgraaf uit te klimmen en richting de vijand te rennen. De meeste soldaten worden al na een paar meter neergeschoten of komen vast te zitten in het prikkeldraad. De rest trekt zich terug en er is geen centimeter land veroverd. De volgende dag begint het weer van vooraf aan.

  3. Nieuwe wapens en technieken

    Tijdens de Eerste Wereldoorlog worden er steeds nieuwe technieken ingezet om de vijand te verslaan. Prikkeldraad, tanks, vliegtuigen... het ene wapen is nog verschrikkelijker dan het andere! Maar het ergste nieuwe wapen is gifgas.

  4. Gasmaskers tegen gifgas

    Deze soldaten dragen een gasmasker. Hiermee beschermen ze zich tegen een gifgas-aanval van de vijand. Gifgas wordt tijdens de Eerste Wereldoorlog voor het eerst als wapen gebruikt.

    Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt er door Duitsland voor het eerst gifgas gebruikt. Niemand had vooraf gedacht dat je er in één keer zoveel soldaten mee dood kan maken. Honderden soldaten tegelijk sterven tijdens zo'n gifgas-aanval een verschrikkelijk pijnlijke dood.

    Soms hebben de soldaten bij de loopgraven een kooitje staan met daarin een vogeltje. Als het vogeltje ineens dood gaat, dan komt dat waarschijnlijk door een gifgasaanval. Hopelijk is er dan nog net genoeg tijd om je gasmasker op te zetten. Dat voorkomt dat je het giftige gas inademt. De soldaten hebben een hekel aan deze maskers, want het ademen gaat lastig en helemaal veilig zijn ze niet.

  5. Doden en gewonden

    Dit is de militaire begraafplaats Lijssenthoek in het zuidoosten van België. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vallen er heel veel doden en gewonden. De doden worden meestal meteen achter het slagveld begraven. De gewonden worden zoveel mogelijk opgelapt zodat ze vervoerd kunnen worden naar een veldhospitaal.

    In het veldhospitaal wordt dag en nacht keihard gewerkt om zoveel mogelijk levens te redden. Maar vaak komt de hulp te laat. De doden worden op een militaire begraafplaats begraven. In het Belgische Poperinge ligt bijvoorbeeld begraafplaats De Lijssenthoek. Die kun je nog steeds bezoeken.
    In het begin worden de doden nog keurig netjes begraven. Maar later gaan er zo veel soldaten dood, dat ze gewoon vanuit een kruiwagen in een kuil gekieperd worden. De begraafplaatsen worden groter en groter.
    Tijdens de Eerste Wereldoorlog sterven er 10 miljoen soldaten en ook nog eens meer dan 7 miljoen burgers. Meer dan 17 miljoen doden... dat zijn meer mensen dan er nu in Nederland wonen.
    Zie je de felrode klaprozen bij de graven? Dat was zo'n beetje het enige plantje dat op de bloederige slagvelden kans zag om te overleven. De klaproos (in het Engels: 'poppy') is het symbool van de Eerste Wereldoorlog geworden.

  6. Nederland is neutraal

    Dit zijn Belgische mensen die in de Eerste Wereldoorlog van België naar Nederland vluchten. Nederland is namelijk neutraal in deze oorlog. Neutraal-zijn betekent dat je geen partij kiest en dus ook niet mee vecht. Maar ons land merkt de ellende van de Wereldoorlog wel!

    Het Nederlandse leger is voor de zekerheid opgeroepen en staat klaar om Nederland te verdedigen als dat nodig is. Ook de rest van het land merkte maar al te goed dat het om ons heen oorlog is. Grote aantallen Belgische vluchtelingen moeten in tentenkampen worden opgevangen. De werkloosheid groeit, want handelen met het buitenland is moeilijk geworden. Bovendien worden veel schepen die goederen vervoeren met torpedo's tot zinken gebracht.
    Er is weinig voedsel en wat er is, gaat 'op de bon'. Dat betekent dat de regering bepaalt hoeveel ieder gezin krijgt. In 1917 en 1918 is de honger zo erg dat huisvrouwen de voedselvoorraden in Amsterdam en Rotterdam plunderen. Dat wordt het 'aardappeloproer' genoemd.
    Ook België probeerde neutraal te blijven. Maar België moet wel aan de oorlog meedoen als de Duitsers in 1914 met hun leger dwars door het land trekken om Frankrijk te veroveren.

  7. 1917: Amerika doet ook mee

    Vanaf 1917 doet ook Amerika mee aan de Eerste Wereldoorlog. Vanaf dat moment verandert er veel. Op deze poster wordt aan Amerikaanse mannen gevraagd om bij het leger te komen en mee te vechten in de oorlog.

    In 1917 is de oorlog al drie jaar aan de gang. Al die tijd verschuiven de grenzen van het oorlogsgebied nauwelijks. Maar er sterven wel miljoenen soldaten en burgers door al het oorlogsgeweld.
    In 1917 vallen Duitse duikboten een passagiersschip met Amerikanen aan. Nu gaat ook Amerika tegen Duitsland vechten. Amerika sluit zich aan bij de geallieerden: Rusland, Engeland en Frankrijk. Het lukt de Duitsers eerst nog om Rusland te verslaan. Maar in 1918 moet Duitsland het opgeven. Amerika, Frankrijk en Engeland zijn sterker. Duitsland en zijn bondgenoten geven zich over en de oorlog is voorbij.

  8. De Vrede van Versailles

    In 1918 lukt het de geallieerden eindelijk om Duitsland en zijn bondgenoten te verslaan. In het Franse Versailles wordt in 1919 officieel de vrede gesloten. Hier zie je het Verdrag van Versailles.

    Na de oorlog organiseren Amerika, Engeland en Frankrijk een vergadering in Versailles (Frankrijk). Alle belangrijke leiders mogen mee vergaderen in Versailles, behalve die van Duitsland. De landen vinden dat Duitsland de meeste schuld heeft aan de oorlog. Tijdens de vergadering in Versailles sluiten de landen een verdrag waarin over de toekomst van Duitsland besloten wordt. In dit Verdrag van Versailles staat dat Duitsland streng gestraft moet worden. Duitsland krijgt de volgende straf:

    • Duitsland moet gebieden teruggeven aan Frankrijk.
    • Duitsland mag geen echt leger meer hebben.
    • Duitsland moet Engeland en Frankrijk veel geld betalen.

    Veel Duitsers zijn kwaad over de manier waarop ze na de oorlog door de overwinnaars behandeld worden. Dat is één van de redenen waarom de partij van Hitler zo snel kan groeien en er twintig jaar later een tweede wereldoorlog uitbreekt.

Vensterplaat De Eerste Wereldoorlog. Voor docenten:  Vensterles groep 5-8. Illustratie: E. de Bruijne.