Schapenpoep is goud waard

Tijd van steden en staten

Heb je wel eens gehoord van een es of een brink? Vast wel als je in Drenthe woont.
Maar wat is een es of een brink eigenlijk? Drenthe bestaat uit lage drassige gronden en uit hooggelegen zandgronden. Op die zandgronden woonden boeren die leefden van veeteelt en landbouw. Vroeger waren er immers nog geen supermarkten waar je eten kon halen. Omdat landbouw op dorre droge zandgrond moeilijk was, hadden de boeren heel veel mest nodig, want kunstmest bestond nog niet.

Es
De es was een stuk land waar graan werd verbouwd, zoals rogge. De es bestond uit allemaal kleine akkertjes die door de boeren uit het dorp werden gebruikt. Ieder had een aantal stukjes dat hij bewerkte. De boeren moesten onderling allerlei afspraken maken over werkzaamheden als de bemesting, het ploegen en het oogsten.

De brink
De brink is een ruimte met gras en grote bomen in het dorp. Op de brink werden de koeien en schapen verzameld om te gaan grazen op stukken land buiten het dorp. De koeien werden naar de weilanden in de buurt van de beken gebracht, de schapen naar de hei onder leiding van een herder. Als de beesten zich volgevreten hadden met gras en heide, gingen ze 's nachts op stal. Daar poepten ze er flink op los. Deze poep werd gebruikt als mest op de es, zodat de gewassen goed konden groeien.

Bomen
De brink stond vol met grote eikenbomen, want de brink werd ook gebruikt als bomenkwekerij. Wanneer er hout nodig was voor het bouwen van bijvoorbeeld een boerderij dan werd er een grote boom gekapt. Altijd werd er dan ook weer een nieuwe boom aangeplant. Misschien heb jij wel eens een brink gezien, grote kans dat daar nog steeds bomen staan. Die zijn al oud, want tegenwoordig worden de bomen op de brink niet meer gekapt. Ze behoren nu vaak tot het beschermd dorpsgezicht.

Braandkoele
Wat je misschien ook nog ziet op de brink is een grote kuil. In deze kuil stond vroeger water. Het vee kon er uit drinken. Maar het had ook een andere belangrijke functie. Als er brand was, werd het water uit de kuil gebruikt om het vuur te blussen. Er was immers nog geen waterleiding waar de brandweer de brandslang op aan kon sluiten. Zo'n kuil op de brink werd daarom ook wel een braandkoele genoemd.