Codewoord Bacinol

Pionierswerk met penicilline

Op 15 november 1945 diende de Delftse chirurg dr. E. Verschuyl met succes penicilline toe aan een Delftse vrouw. Ze had als gevolg van een infectie een abces aan het linker bovenbeen en hoge koorts. Het was de eerste keer dat Delftse penicilline in een bloedvat van een patiënt werd ingespoten. De temperatuur van de vrouw daalde vervolgens binnen twaalf uur van 40,1°C naar 36,8°C. In de daarop volgende weken genas de wond en herstelde de patiënte, zodat zij op 5 december 1945 het ziekenhuis kon verlaten.

Sir Alexander Fleming

In 1928 ontdekte de Britse onderzoeker Sir Alexander Fleming (1881-1955) bij toeval dat een stof, afkomstig van de schimmel Penicillium notatum, een bacteriedodende werking had. Met de ontdekking werd weinig gedaan, omdat de stof moeilijk te produceren was. Pas in de Tweede Wereldoorlog werd het onderzoek hervat, de stof op mensen getest en werden methoden ontwikkeld voor de massaproductie ervan. Als resultaat van onderzoek en experimenten konden de legerartsen tijdens de geallieerde offensieven in Noord-Afrika en Normandië beschikken over een effectief antibioticum, penicilline geheten. Berichten over dit bijzondere geneesmiddel bereikten in 1943 ons land, deels via uit Britse vliegtuigen afgeworpen blaadjes, de zogenaamde ‘Vliegende Hollander’, deels via mededelingen in illegale radio-uitzendingen. Medewerkers van de Koninklijke Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek (nu DSM) waren zeer geïnteresseerd.

Codewoord Bacinol

Kort na het uitbreken van de oorlog was het bedrijf gestart met de productie van vitamine C. Een nieuwe researchgroep deed onderzoek naar vitamines, oplosmiddelen, weekmakers en dergelijke en ging zich ook op penicilline richten. Vakliteratuur was door de oorlogsomstandigheden niet of nauwelijks beschikbaar. Toch bemachtigde men een aflevering van het Duitse tijdschrift Klinische Wochenschrift uit 1943, waaruit opgemaakt kon worden hoe men te werk moest gaan. Een verdere stimulans voor het Delftse onderzoek was een artikel in een Zwitsers vakblad uit 1944. Het kwam in het bezit van de medewerkers van ‘De Gist’ via dr. A. Querido, een adviseur van het bedrijf die in het concentratiekamp Westerbork gevangen zat. Het onderzoek werd voor het Duitse gezag geheim gehouden en kreeg de codenaam Bacinol. Het lukte de researchgroep om in juni 1944 een kleine hoeveelheid Bacinol met een zuiverheidsgraad van 50% te bereiken. Men deed proeven op dieren, die een positief resultaat lieten zien. Daarna begon men de productie te vergroten. Begin april 1945 dropten de geallieerden in de omgeving van Delft voedsel en medicijnen, waaronder penicilline. Het lukte dr. Verschuyl enkele ampullen in handen te krijgen, die hij aan de onderzoekers van ‘De Gist’ gaf voor analyse. Toen bleek dat Bacinol inderdaad penicilline was, werd alles in het werk gesteld om het productieproces op te schalen.

Delftse penicilline

Dr. Everwijn Verschuyl (1903-1997) was ruim dertig jaar als chirurg verbonden aan het Bethelziekenhuis in Delft. Hij was enige tijd fabrieksarts van ‘De Gist’, waardoor hij op de hoogte was van het penicilline-onderzoek. In november 1945 kreeg hij de beschikking over enkele flesjes gevriesdroogde penicilline. In die maand behandelde hij niet alleen bovengenoemde patiënte, maar ook een 18-jarige vrouw met een negenoog (een karbunkel) aan de bovenlip. Beiden genazen door de injecties met Delftse penicilline. Kort na de oorlog werd de Delftse Gist- en Spiritusfabriek toonaangevend voor de productie van penicilline en werd de in Delft geproduceerde penicilline wereldwijd hét antibioticum voor de bestrijding van veel ziekten die door bacteriën worden veroorzaakt.