Het Agnetapark, de eerste "modelkolonie" in Nederland

Van Marken als sociaal bewogen ondernemer

In juli 1884 betrokken de eerste bewoners de nieuwgebouwde huizen in het Agnetapark. In tegenstelling tot veel arbeiderswoningen in de stad waren deze huizen degelijk gebouwd, boden zij voldoende ruimte aan de gezinnen, en lagen zij in een gezonde groene omgeving.

In 1869 kocht Jacques van Marken, de eerste afgestudeerde scheikundig ingenieur in Nederland, een stuk grond aan de rand van Delft, waarop hij de Nederlandsche Gist- en Spiritusfabriek stichtte. Enkele jaren later nam hij ook de leiding op zich van de Nederlandsche Oliefabriek en de Lijm- en Gelatinefabriek. Hij stond daarmee aan het hoofd van wat de Delftsche Nijverheid werd genoemd. De industrialisering in Delft was een feit

geworden.

Van Marken was niet alleen een groot ondernemer. Hij was ervan overtuigd dat de sociale taak van de werkgever van groot belang was. Zijn uitgangspunt daarbij was samenwerking tussen kapitaal en arbeid. In zijn ondernemingen realiseerde hij allerlei sociale voorzieningen voor zijn werknemers, zoals een pensioenvoorziening en een weduwenfonds. Het personeel kreeg inspraak via ‘De Kern’, een voorloper van de huidige, bij de wet geregelde, ondernemingsraad. Talrijke verenigingen voor de ontwikkeling en ontspanning van het personeel werden opgericht. Van Marken probeerde daarbij het eigen initiatief van de werknemers te bevorderen. Zijn sociale bewogenheid uitte zich heel duidelijk in de stichting van een klein fabrieksdorp - zelf sprak hij over een ‘modelkolonie’ - in tuindorpstijl: het Agnetapark, genoemd naar zijn echtgenote Agneta van Marken-Matthes. Zij steunde hem bij al zijn plannen en werd de drijvende kracht bij de aanleg van het park en de bouw daarin van een tachtigtal arbeiderswoningen.

Van Marken had daarvoor een stuk grond gekocht van vier hectare. Door de bekende tuinarchitecten Zocher liet hij het gebied ontwikkelen tot een park met vijvers. Vooraf deed Agneta een onderzoek naar de woonomstandigheden van de werknemers. Naar aanleiding van de resultaten werden de woningen ontworpen: degelijke arbeiderswoningen met weinig luxe, maar met gescheiden slaapkamers, voldoende licht en lucht, in een fraaie parkachtige omgeving. Ieder huis had een tuintje. De huurprijs lag tussen de f 1,70 en de f 3,00 per week. In het park werden ook een coöperatieve winkel gebouwd, het ontspanningsgebouw De Tent, en later het gebouw De Gemeenschap. Jacques van Marken en zijn vrouw Agneta besloten zelf ook in het park te gaan wonen en lieten daar de villa Rust Roest bouwen.

Ondanks alle goede bedoelingen waren er aanvankelijk veel problemen. Huisjes stonden leeg, er werd veel verhuisd, de financiële resultaten vielen tegen. De aanwezigheid van de Van Markens vormde een belangrijke belemmering voor de werknemers om zich in het park te vestigen. Steeds weer was Van Marken teleurgesteld over het gebrek aan medewerking en de geringe belangstelling voor de culturele activiteiten. Buitenstaanders daarentegen waren zeer enthousiast over het woonexperiment. Uit binnen- en buitenland kwamen bezoekers het fabrieksdorp bekijken en schreven daar lovende artikelen over.

Na de dood van Van Marken in 1906 werd de belangstelling voor de woningen groter. Er ontstond zelfs behoefte aan uitbreiding. De Amsterdamse architect Jan Gratama ontwierp de 156 nieuwe woningen. In 1927 werd het nieuwe Agnetapark feestelijk geopend. Nog steeds is het park een zeer bijzondere woonwijk met een eigen karakter.