Floris V van Holland

Der Keerlen God

Floris V van Holland is geboren te Leiden op 24 juni 1254, vermoord te Muiderberg op 27 juni 1296.
Bijgenaamd der keerlen god (god van de kerels, van de gewone man), was graaf van Holland en Zeeland en vanaf 1291 liet hij zich ‘heer van Friesland’ noemen, ofschoon hij alleen in West-Friesland feitelijke macht uitoefende. Floris V was de zoon van Willem II van Holland en Elisabeth van Brunswijk.
Floris was getrouwd met Beatrix van Vlaanderen. Uit zijn huwelijk met Beatrix zijn elf kinderen geboren, waarvan de jongste zoon de latere Jan I van Holland. Laatst genoemde stierf echter al op 15-jarige leeftijd. Met diens dood kwam een einde aan het Hollandse Huis.
Flovers V had ook verschillende bastaardkinderen, waarvan een dochter: Catharina van Holland, gehuwd met Zweder de Rover van Montfoort.

Floris V van Holland was de zoon van graaf Willem II, die tevens rooms-koning was. Via zijn bet-overgrootmoeder Ada van Schotland was hij verwant met het Schotse koningshuis. Bij zijn politieke optreden probeerde hij gebruik te maken van deze connectie.

Op tweejarige leeftijd werd hij graaf van Holland en Zeeland. Zijn vader was een half jaar daarvoor gedood door de West-Friezen. Zijn oom, Floris de Voogd, nam voogdij over hem op zich. Zijn tante Aleida van Henegouwen nam kort daarna voogdij over na de dood van Floris de Voogd (maart 1258). Zijn ridderlijke opvoeding kreeg hij tussen 1261 en 1266 waarschijnlijk van Albert van Voorne, de burggraaf van Zeeland. Op Voorne kwam Floris in contact met Jacob van Maerlant, die er in dezelfde periode verbleef. Op twaalfjarige leeftijd, in 1266, werd de jonge Floris officieel meerderjarig verklaard, en op 14-jarige leeftijd trad hij in het huwelijk met Beatrix van Vlaanderen, de dochter van Gwijde van Dampierre.

Uiteindelijk wist hij het aanzien van Holland enorm te vergroten. Een groot deel van de huidige buitengrenzen van Noord- en Zuid-Holland samen is toen vastgesteld.

Floris V wordt gevangen genomen tijdens een valkenjacht.

Het ging fout toen Floris zijn Engelse bondgenoot Eduard I in 1296 wegens een conflict over de wolhandel aan de kant zette ten gunste van de Franse bondgenoot Filips IV. Het verhaal gaat dat de Engelse koning enkele ontevreden edelen zou hebben gevraagd hem gevangen te nemen. Tijdens een valkenjacht – volgens sommige geschiedschrijvers bij de Egelshoek – werd Floris gevangen genomen door Gijsbrecht van Amstel, Herman VI van Woerden, Willem van Zaanden, Arent van Benschop, Gerard van Craayenhorst, Willem van Teylingen en Gerard van Velsen.
Toen de edelen met hun gevangene op 27 juni 1296 het Muiderslot verlieten met Van Velsen en enkele schildknapen voorop als verkenners, kwamen ze bij Muiderberg een groep Gooilanders uit Naarden tegen die Floris in levenden lijve kwamen opeisen. Hierop reed Gerard van Velsen terug, trok zijn zwaard en doodde graaf Floris. Floris was weerloos doordat in zijn mond een handschoen was gepropt, zijn handen en voeten vastgebonden en zijn vingers gekloofd of gespleten waren. Toen Van Velsen zijn zwaard trok, steigerde het paard van schrik, waardoor Floris door de eerste zwaardslag zijn beide handen verloor en zijdelings van het paard viel. Van Velsen liep op Floris toe en bleef op hem insteken, gevolgd door twee anderen. Vervolgens namen de ontvoerders de vlucht. Floris werd naar het buitenverblijf Florisberg te Muiderberg gebracht, waar hij bezweek aan de toegebrachte 22 steekwonden.

Flovers V had ook verschillende bastaardkinderen, waaronder een dochter: Catharina van Holland, gehuwd met Zweder de Rover van Montfoort.