Rijksbureau voor de Monumentenzorg

Zaterdag 25 mei 1918 wordt de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg geïnstalleerd. Ter ambtelijke ondersteuning van de Rijkscommissie wordt dan ook het Rijksbureau voor de Monumentenzorg ingesteld; dit kan worden gezien als voorloper van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

  • In Nederland begint de bescherming van monumenten officieel in 1875, als binnen het Ministerie van Binnenlandse Zaken de afdeling Kunsten en Wetenschappen wordt opgericht met als doel het verstrekken van subsidies voor het restaureren van monumenten.
  • In 1903 wordt een (permanente) Rijkscommissie voor monumentenbeschrijving ingesteld.
  • In 1917 wordt ‘Grondbeginselen en voorschriften voor het behoud, de herstelling en de uitbreiding van oude bouwwerken’ vastgesteld (Behouden gaat voor vernieuwen)
  • Deze wordt in 1918 vervangen door de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg. Deze heeft 2 afdelingen: de ‘Afdeeling voor het inventariseeren en beschrijven’ (A) en de ‘Afdeeling voor het Behoud en de Herstelling’ (B).

Grondbeginselen: Behouden gaat voor vernieuwen

In het begin van de 20ste eeuw ontstaat steeds meer kritiek op de gangbare restauratiepraktijk waarbij de historische groei van een gebouw vrijwel onherkenbaar wordt en de patina verdwijnt. De tegenstellingen tussen de monumentenzorgers van het eerste uur, de kunstkenner Victor de Stuers en de architect Cuypers, en de jongere architecten en kunsthistorici kwamen steeds sterker naar voren.

Jan Kalff wordt de woordvoerder van de nieuwe generatie, die niet alleen meerdere stijlperioden wil respecteren, maar ook toevoegingen in eigentijdse vorm aanvaardbaar acht: samengevat als ‘Behouden gaat voor vernieuwen’.

Meer informatie