Manifestatie Y

Begin van een cultuuromslag

Tijd van televisie en computers

Ingrijpende veranderingen in de jaren zestig en zeventig van de 20ste eeuw schudden de maatschappelijke verhoudingen ook in Olst flink door elkaar. Het was een periode waarin ons land zich kenmerkte door een enorme stijging van de welvaart, een sterke uitbreiding van het onderwijs en een toenemende persoonlijke vrijheid en ongebondenheid. In diezelfde periode voltrok zich in Olst bovendien de overgang van industriedorp naar forensenplaats, waardoor de samenstelling van de bevolking naar opleiding, beroep en inkomen drastisch wijzigde. In deze periode werd ook de traditionele sociale hiërarchie, het onderscheid naar rangen en standen in het dorp, doorbroken.

Manifestatie Y

Het lijkt erop dat de cultuuromslag in Olst werd ingeluid door de landelijke kunstmanifestatie Y, die in mei 1969 op huize Hoenlo werd gehouden. Het doel van het evenement was om een groot publiek kennis te laten maken met eigentijdse beeldende kunst. Er waren ook Olster kunstenaars bij betrokken. De toeloop was boven verwachting: ruim 10.000 bezoekers, onder wie veel uit Olst en omgeving. Y werd enige jaren later gevolgd door de manifestatie EI, gehouden op het terrein van de vroegere steenfabriek in de uiterwaarden van Hengforden, die veel meer de nadruk legde op de relatie tussen kunstenaars en publiek.

Hoe mooi is Olst?

De organisatoren van EI namen ook het initiatief voor de manifestatie Hoe mooi is Olst? in augustus-september 1974. Daarin speelde het dorp Olst de hoofdrol. Met het vraagteken in het motto Hoe mooi is Olst? wilde men de dorpelingen prikkelen om zich meer bewust bezig te houden met de sociaal-culturele aspecten van hun dorp. Het drukbezochte evenement gaf een overzicht van de activiteiten en toekomstplannen van verenigingen en besteedde ruime aandacht aan het verleden van het dorp. In deze jaren lanceerde het actieve Nutsdepartement Olst bovendien een opvallend ambitieus plan voor een cyclus van bijeenkomsten over het thema Leven in Olst. Daarbij ging het om de vraag in welke opzicht het dorp Olst de afgelopen tijd was veranderd (Olst vrogger en noe) en welke belangrijke veranderingen het dorp in de toekomst naar verwachting zou ondergaan voor wat betreft bevolkinggroei, huizenbouw en bedrijfsvestiging. De vraag was ook hoe het dorp daarop het best kon inspelen. Het plan kon maar gedeeltelijk worden uitgevoerd, omdat de gemeente de noodzakelijke medewerking weigerde.

Om het behoud van 't Olde Postkantoor

Kenmerkend voor het nieuwe culturele klimaat in het dorp was de strijd om het behoud van 't Olde Postkantoor, die in de winter van 1972-1973 werd gevoerd. Het Nutsdepartement, de jongerengroep Ho-Toch en andere organisaties bonden toen de strijd aan met het gemeentebestuur van Olst over de voorgenomen sloop van 't Olde Postkantoor uit1879, dat door de bouw van een nieuw postkantoor overbodig was geworden.
De gemeente had op die plek een parkeerterrein gepland. Dit was niet het eerste oude pand dat onder de slopershamer dreigde te vallen. Tegenstanders van de gemeentelijke plannen waren van oordeel dat er een einde moest komen aan de afbraak van oud-Olst. De actie, ondersteund door publicaties in de plaatselijke media, kreeg brede steun onder de bevolking en dat droeg bij tot haar uiteindelijke succes: het college van B&W ging in maart 1973 overstag. 't Olde Postkantoor bleef behouden en kreeg een nieuwe bestemming op het gebied van jeugd- en jongerenwerk.

Een nieuwe sociaal-culturele topgroep

Er ontstond geleidelijk een nieuwe sociaal-culturele voorhoede binnen het dorp, die zich nadrukkelijk liet horen en het initiatief van de vroegere leidende groep van fabrikanten, grote boeren en vrije beroepsbeoefenaren overnam. Deze divers samengestelde groep van geboren Olstenaren en nieuwkomers was mondig en kritisch. Ze had grote belangstelling voor de plaatselijke politiek, ze bemoeide zich onbekommerd met kwesties op allerlei gebieden, zoals milieu, ruimtelijke ordening, dorpsbehoud en voorlichting. Nooit eerder hadden inwoners van Olst hun mening zo vrij en onafhankelijk in het openbaar geuit.