De weg naar Zwolle

Verharde wegen, zompen en een nieuw kanaal

Tijd van burgers en stoommachines

Een echte weg

Wegen van asfalt of klinkers waren er vroeger nog niet. In de 17de en 18de eeuw waren de wegen in Heino en omgeving van zand. Na een regenbui veranderden de zandwegen in modderpoelen. Pas tussen 1829 en 1835 werd de eerste verharde weg in Heino aangelegd: de Rijksstraatweg. Deze weg verbond Heino met Hengelo, Raalte en Zwolle.

Betalen!

De nieuwe Rijksstraatweg beviel de inwoners van Heino zo goed, dat ze meer verharde wegen lieten aanleggen. Het onderhoud van deze wegen was duur. Daarom kwamen er in Laag Zuthem en bij de Hubertsallee - net als bij de Rijksstraatweg - tolhuizen te staan. Wie van deze wegen gebruik wilde maken, moest betalen. En niet alleen mensen moesten betalen, ook dieren kostten geld. Voor ieder varken betaalde je 1 cent. Een rund of ezel 2 kostte 2 cent. Reisde je bijvoorbeeld met de bokken- of hondenwagen, dan betaalde je 5 cent tol. De tol voor een grote koets met paarden bedroeg 12, 5 cent.

Vervoer over water

Eeuwenlang ging reizen over water sneller dan reizen over land. De middeleeuwse weteringen (smalle kanaaltjes) rondom Heino, bedoeld om het teveel aan water in de bodem af te voeren, werden in ieder geval rond 1600 door het scheepvaartverkeer gebruikt. Dat weten we uit een oud document uit 1601, waarin drie Heinose schippers genoemd worden: Hinrick, Hinrick de Duesche en Pelle.

Zompen

De schippers gebruikte speciale boten: zompen. Deze schepen waren speciaal ontwikkeld voor ondiep vaarwater. Ze waren ongeveer 12 meter lang en 2,5 meter breed. Als het waaide, konden de schepen zeilen. Als het windstil was, werden de schepen vooruit getrokken door de schippersknecht. Hij zat met een lang touw aan de zomp vast en liep over een speciaal pad langs het water. Op de zompen werd van alles vervoerd: van graan en hout tot de mest uit de straten van Zwolle.

Overijssels kanaal

Een andere belangrijke waterweg was het Overijssels kanaal, dat van Zwolle naar Almelo loopt. In 1851 werd begonnen met het graven van het kanaal. Dat was een enorme klus, want graafmachines waren er nog niet. Meer dan 500 mannen hebben het kanaal met niks anders dan een schep en kruiwagen uitgegraven. In 1853 was het kanaal klaar en werd het druk bevaren door allerlei schepen.

Einde scheepvaart

Doordat het vervoer over de weg steeds beter en sneller ging, kwam er een einde aan de scheepvaart. Schipper Loman was rond 1900 de enige die nog gebruik maakte van de weteringen. Het Overijssels kanaal werd in 1962 voor de scheepvaart gesloten. Nu worden het kanaal en de weteringen alleen nog voor recreatie gebruikt. Rondom de weteringen zijn bijvoorbeeld allerlei fiets- en wandelroutes te vinden.