Kerken

Een nieuw geloof

Tijd van monniken en ridders

Donar en Thor

Tot in de 9de eeuw geloofden de Saksen in Overijssel niet in de christelijke God. Zij vereerden andere en veel meer goden, die allemaal iets met de natuur te maken hadden. Wodan, de oppergod, was de god van de wijsheid, oorlog en dood. Donar was de god van de donder. Als hij met zijn magische hamer zwaaide, veroorzaakte hij bliksemschichten.

Moeilijk bereikbaar

In de 8ste eeuw kwamen monniken naar Overijssel. Zij waren missionarissen, die de Saksen over God en de bijbel wilden vertellen. Maar de veengebieden in het Land van Vollenhove waren moeilijk te bereiken voor de missionarissen, zoals Willehad en Liudger. Daarom duurde het lang voordat de Saksen in het Land van Vollenhove over de christelijke God hoorden.

Ga weg!

De missionarissen probeerden de Saksen in het Land van Vollenhove te bekeren. Dat ging niet altijd goed. Veel Saksen wilden eerst niks van het nieuwe geloof weten. Zij werden boos en joegen de missionarissen weg. Ook vernielden ze kerkjes.

Karel de Grote

In de tijd van de missionarissen was de christelijke Karel de Grote koning van het grote Frankische Rijk. Hij was de baas over een groot deel van Europa. De Saksen weigerden zich aan de machtige Franken te onderwerpen. In 773 kwam het tot een gruwelijke oorlog. Na 32 jaar strijd gaven de Saksen zich gewonnen. Zij werden gedwongen zich tot het christendom te bekeren.

Kerken

Vanaf dit moment kwamen er steeds meer kerken in Overijssel en het Land van Vollenhove. Zo stond er in Steenwijk rond 900 al een houten kerkje op de plek van de Grote- of Sint-Clemenskerk. En de eerste kerk in Vollenhove werd gebouwd in 1050. Op deze plek staat nu de Grote of Sint-Nicolaaskerk. Ook in Blankenham en Kuinre werden kerken gebouwd. Later kwamen daar in andere plaatsen nog meer bij. De kerken vormden het begin van de steden en dorpen zoals we die nu nog kennen.