Industrialisatie IJmondgebied

Tijd van wereldoorlogen

Op 1 november 1876 klonken bij IJmuiden 101 saluutschoten. Koning Willem III verrichtte even later de feestelijke opening van het Noordzeekanaal met een korte vaartocht door de nieuwe sluizen. Het nieuwe kanaal tussen Amsterdam en IJmuiden gaf Amsterdam een snelle verbinding met de Noordzee en moest de haven toegankelijk maken voor moderne grote stoomschepen. Vanaf 1865 was eraan gewerkt door een leger grondwerkers. Vaak vergezeld van hun gezinnen huisden zij onder primitieve omstandigheden in keten, zelfgebouwde hutten en zelfs in holen in de grond. Zo ontstond naast Velsen een nieuw dorp, De Heide, op de plaats waar nu het stadhuis staat. Het dorp bleef voor een deel bevolkt door kanaalwerkers en hun nakomelingen.

De monding van het nieuwe kanaal trok al snel bedrijvigheid aan. In 1896 opende Pieter Smidt van Gelder uit Wormerveer op de noordoever bij Velsen zijn papierfabriek De Eendracht. Van Gelder was de eerste in Nederland die krantenpapier maakte met een nieuwe, roterende papiermachine. Voor de productie was veel schoon water nodig, terwijl de grondstof, hout, over het kanaal eenvoudig per zeeschip uit Scandinavië kon worden aangevoerd.

Van Gelder kreeg gezelschap van een grote buurman. Ingenieur Henri Wenckebach was de grote motor achter de oprichting van de Koninklijke Hoogovens en Staalfabrieken NV. Op 22 januari 1924 werd het vuur in oven I ontstoken, in 1926 in oven II en in 1930 in oven III. Het ijzererts kwam met schepen uit Zweden. Ook voor de aanvoer van de cokes waarmee de ovens werden gestookt was de ligging aan het kanaal ideaal. Het bedrijf produceerde hoogwaardig ijzer en vanaf 1939 ook staal. Koninklijke Hoogovens gold lang als modelwerkgever, met goede sociale voorzieningen en extra's als een eigen vakantieoord voor werknemers, zomerkampen voor hun kinderen en de bouw van personeelswoningen. In de geest van Wenckebach lag de nadruk sterk op onderlinge verbondenheid en op het bedrijf als arbeidsgemeenschap.

Vanaf 1957 produceerde Koninklijke Hoogovens ook het sneller te bereiden oxystaal, waardoor de productie met sprongen omhoog ging en het bedrijf een voorsprong kon nemen op zijn concurrenten. Het aantal werknemers groeide van 2000 tot ruim 20.000 eind jaren '60. De arbeidskrachten kwamen uit de wijde regio, vooral van boven het Noordzeekanaal. Zij werden dagelijks met eigen bus-pendeldiensten naar IJmuiden-Velsen vervoerd. Hoogovens groeide ook in de ruimte. Voor de uitbreidingen werden grote stukken duingebied afgegraven, vooral ten koste van de gemeente Wijk aan Zee.

Door krapte op de arbeidsmarkt moest het Hoogovenpersoneel vanaf eind jaren '50 worden aangevuld met buitenlandse 'gastarbeiders'. Die kwamen eerst uit Italië en vervolgens uit Spanje, Turkije en Marokko. De Italianen en Spanjaarden waren aanvankelijk nog gehuisvest op logementschepen als de Arosa Sun en Casa Marina. Maar in de jaren '70 brokkelde het sociale imago van Hoogovens snel af. De oliecrisis van 1973 en de teruglopende vraag naar staal eisten hun tol. Er volgden reorganisaties en ontslaggolven. Afdelingen werden afgestoten en werk werd uitbesteed aan nieuwe, zelfstandige bedrijven. Die vingen in magere jaren de klappen op terwijl Hoogovens het vaste personeelsbestand tot een minimum kon beperken. In 1999 fuseerde Hoogovens met British Steel en veranderde de naam in Corus. Sinds 2007 maakt het staalbedrijf deel uit van het Indiase Tata Steel Europe.

Planologen en bestuurders van de IJmond-gemeenten droomden in de jaren '50 en '60 nog van één grote 'staalstad' langs het Noordzeekanaal, een symbool van samenwerking en vooruitgang. Maar door de achteruitgang van Hoogovens verdwenen de plannen grotendeels in de la. Ook de tegenstellingen tussen het traditioneel 'rode' Velsen-IJmuiden en het 'roomse' Beverwijk en Heemskerk zat de plannen in de weg. De kleinere IJmond-gemeenten profiteerden op hun eigen manier van de opening van het Noordzeekanaal. De Beverwijkers die voorheen hun beroemde aardbeien, de 'Rooie Amazones' vervoerden over het Wijkermeer, konden nu hun afzetmarkt vergroten. Via bedrijven als de in 1885 opgerichte Beverwijksche Conservenfabriek en het bekende bedrijf NV Gebroeders Docter vonden het fruit en de tuinbouwproducten ook steeds vaker ingeblikt hun weg naar de afnemers.