Van tekenschool naar scholengemeenschap

Tijd van burgers en stoommachines

Het onderwijs in deze regio heeft de ontwikkelingen in de lokale bedrijvigheid steeds op de voet gevolgd.

In de tweede helft van de negentiende eeuw nemen industrialisatie en mechanisatie een hoge vlucht. De handel neemt toe, zowel nationaal als internationaal. Nieuwe markten dienen zich aan. Het zijn ontwikkelingen die ook de bedrijvigheid in de Langstraat van karakter veranderen. Ontwikkelingen als gevolg van de technische vooruitgang beïnvloeden de ambachtelijke productie in de schoen- en ledersector. Die krijgen meer en meer een fabrieksmatig karakter. Mechanisatie treedt ook op in de landbouw. Beroepenspecialisatie dient zich aan. Naast ervaring gaat vooral theoretische opleiding tot het vakmanschap behoren.

Voor het onderwijs treedt een nieuwe fase in. Een paradepaardje wordt de nieuwe vestiging van de 'Teekenschool' aan de Stationsstraat in Waalwijk. Dit monumentale gebouw uit 1889 vormt de aanzet tot een nieuw elan en een nieuwe aanpak van het beroepsonderwijs in Waalwijk en omstreken. Bestond onder de naam Tekenschool al sinds 1858 een vorm van opleiding in technische vaardigheden, zoals ook een aantal decennia in Waspik, met de totstandkoming van het nieuwe gebouw wordt de noodzaak tot vernieuwing door overheid en bedrijfsleven onderkend. Dit praktijkonderwijs leidt op in schilderen, lijn -en handtekenen en op de schoen- en lederfabricage gerichte vakken. Het werkt stimulerend op voortrekkers uit de overheid en het bedrijfsleven. In 1930 gaat de tekenschool echter ter ziele. Na enkele jaren wordt een ambachtschool gesticht. Een school die de vraag van de maatschappij volgt en nog vóór de nieuwbouw in 1985, door fusie met mavo en huishoudonderwijs, als 'De Overlaat' opleidingen op vmbo en deels mbo-niveau met een theoretische begeleiding verzorgt, waaraan ook het ROC bijdraagt.

Productie heeft handel tot gevolg. In 1902 komt een op de middenstand gerichte Hanze-avondschool tot stand. Het leidt in 1916 tot de oprichting van een handelsschool die later uitgroeit tot een van de vele katholieke OMO-scholen in de provincie. Het onderwijs krijgt meer en meer het karakter van algemeen voortgezet onderwijs. Een van die scholen is het Dr. Mollercollege waaraan in de loop van de jaren de opleidingen hbs a en b en de mms evolueren tot mavo, havo, atheneum en gymnasium. Op het Dr. Mollercollege is de latere Nobelprijswinnaar Martinus Veltman eerst leerling en later leraar.

Na jaren van inspanning opent in 1914 de Rijksvakschool voor schoenmakers en leerlooiers haar deuren. Tot aan haar sluiting in 1973 volgen honderden studenten van heinde en verre er een opleiding. En er komt meer tot stand. Rond de eeuwwisseling (1900) tot 1923 leidt een Rijksdagnormaalschool op tot schoolmeester/onderwijzer. Dit instituut gaat later op in de kweekschool (nu pabo) die in aangrenzende steden heeft gevestigd.

Voor het protestants-christelijk deel van de bevolking in de streek opent zich pas 1930 de mogelijkheid tot christelijk voortgezet beroepsonderwijs. Op initiatief van het gemeentebestuur van Sprang-Capelle start in 1939 een christelijke lagere landbouwschool. Door de snelle veranderingen op vooral technisch gebied in de land- en tuinbouw verliest deze vorm van onderwijs in 1963 haar bestaansgrond..

In 1946 wordt in de behoefte aan christelijk huishoud- en nijverheidsonderwijs voor meisjes voorzien. Deze streekschool in Capelle is , zeker in haar beginfase, georiënteerd op de agrarische sector. Vakken als plant- en dierkunde, warenkennis en voedingsleer maken deel uit van het lespakket. De school fuseert in 1988 met de Ichthusmulo. Deze school, later mavo, stamt uit 1958. Ze leidt op voor beroepen in handel, nijverheid, verzorgende sectoren en doorstroom naar het Willem van Oranjecollege. Deze protestants-christelijke hbs start in 1947 en wordt bij de nieuwbouw in 1952 gedoopt tot Willem van Oranje College. Ze wordt een van de vooraanstaande streekscholen voor christelijk voortgezet onderwijs in onze provincie. Inspelen op de maatschappelijke ontwikkelingen en het beleid van de overheid houden schaalvergroting in. 'Het Willem' en de 'Ichtus' fuseren in 1992. De krachtenbundeling van het christelijk onderwijs in de streek wordt maximaal wanneer in 1995 de christelijke scholengemeenschap De Maasstreek uit Wijk en Aalburg als nevenvestiging deel gaat uitmaken van dat verband, met het Willem als hoofdvestiging. Het resultaat is dat het voortgezet christelijk onderwijs in de streek met de opleidingen vmbo tot en met gymnasium is gewaarborgd.

Het paradepaardje in de Stationsstraat staat er nog steeds, nu als monument. Op andere plaatsen in de gemeente prijken de opvallende gebouwen van de drie streeksscholen, het onder OMO-verband katholiek georiënteerde Dr. Mollercollege, de Walewyc-mavo, de christelijke scholengemeenschap Willem van Oranje en de bijzonder neutrale school De Overlaat. Jaarlijks volgen op deze scholen, met nevenvestigingen, duizenden leerlingen uit stad en streek hun opleiding op weg naar hun beroep of verdere studie.

Bijdrage: Jan Rosendaal