Grafveld Koerheuvel Rhenen

Grafheuvels

Op het hoogste punt van de stuwwal bij Rhenen, de Koerheuvel, werd rond 1935 een watertoren gebouwd. Tijdens de bouw werden interessante archeologische vondsten gedaan. In 1993 werd de watertoren verbouwd tot appartementen. Dat was aanleiding tot nieuw bodemonderzoek. Bestonden de eerdere vondsten vooral uit beenderen, aardewerk en wat bronzen voorwerpen, dit keer werd een spectaculaire vondst gedaan: een bronzen emmer, een 'situla'. De situla bleek afkomstig uit een graf dat misschien wel 2800 jaar oud was. De emmer was in meer dan 500 stukjes uiteengevallen en is zorgvuldig gerestaureerd. De situla, die bijna 50 cm hoog is, lijkt op emmers zoals die in de late Bronstijd in Hongarije werden gemaakt. Hij bevindt zich nu in Museum Het Rondeel in Rhenen. In de kuil werden, behalve de situla, zoveel bronzen voorwerpen aangetroffen dat het duidelijk om de laatste rustplaats van een lokale vorst ging.

Het graf van de heerser lag aan de oostzijde van een veel groter grafveld, waar in de loop van de twintigse eeuw vele vondsten zijn gedaan. In het koningsgraf zijn resten aangetroffen van wapens en van een vierwielige wagen. Veel voorwerpen zijn afkomstig uit Zuid-Duitsland. Een dergelijk rijk graf wijst volgens sommige onderzoekers op veranderingen in de maatschappij. De vorsten werden tot dan toe gekozen door de volwassen mannen van de stam. Een 'primus inter pares' die wellicht vooral een rol speelde bij de oorlogsvoering. Die positie verschoof naar een meer rituele functie. Dat is goed te zien aan sommige situla's die in graven worden gevonden. Daarop staan afbeeldingen van processies, wedstrijden en feesten. De Rhenense situla heeft niet zulke afbeeldingen, maar het graf bevat wel een ceremoniële wagen. Ook die had een rituele functie en laat de band van de koning met de wereld van de goden zien. Van een legeraanvoerder was de koning een vertegenwoordiger van het hogere geworden.

Het grafveld bij Rhenen hoort bij een lokale gemeenschap, die hier in de omgeving gevestigd was. In tegenstelling tot de grafheuvels van de vroegste landbouwers uit de Steentijd en het begin van de Bronstijd, die op de zuidelijke hellingen van de Utrechtse Heuvelrug werden opgeworpen, ligt dit grafveld op het hoogste punt van de Koerheuvel. De grafheuvels hier zijn ook kleiner dan die uit eerdere perioden. Het is denkbaar dat over het hoogste punt van de Heuvelrug een weg heeft gelopen, waarlangs de grafheuvels zijn aangelegd. Het gaat hierbij om crematiegraven: de dode werd eerst verbrand, waarna de resten in een urn werden begraven.