Bedrijventerrein Voorst

Industriële ontwikkeling

Tijd van televisie en computers

Het is niet onmogelijk dat men over tien of vijftien jaar in de Overijsselse hoofdstad over de opening van een bedrijf als Scania-Vabis niet meer ophef maakt dan thans over een nieuwe lagere school. Dit zal dan een teken zijn, dat de hooggespannen toekomstverwachtingen zijn gerealiseerd. Zwolle verheugt zich nu evenwel zonder voorbehoud. In de vestiging van dit Zweedse dochterbedrijf voor de EEG heeft het streven naar die grote toekomst een eerste accent gekregen. [Zwolse Courant 14 januari 1965].

De dag na de verschijning van dit artikel landde prins Bernhard met "een helicoptère" op het bedrijfsterrein van Scania-Vabis aan de Grote Voort. Daar verrichtte hij de opening van dit eerste grote bedrijf op het pas aangelegde industrieterrein Grote Voort, dat later samen met de al langer bestaande industrieterreinen in de Gastlanden en Westenholte zou uitgroeien tot industrieterrein Voorst. Het optimisme was groot. Voorspeld werd dat de Zweedse producent van zware vrachtauto's, autobussen en dieselmotoren binnen enkele jaren Zwolle zo'n 1.500 arbeidsplaatsen zou opleveren.
Gezien de geschiedenis van Zwolle was dit optimisme en de voorspelde "grote toekomst" voor de vestiging van industriële bedrijven als Scania-Vabis voorlopig nog een vorm van "wishfull thinking". Zwolle was een dienstenstad vol ambtenaren, geen industriestad. In Nederland kwam de industrialisatie pas aan het eind van de 19de eeuw goed op gang. In Twente ontwikkelden de steden zich tot belangrijke centra voor de textiel- en metaalindustrie. Zwolle bleef daar door een passieve houding van het gemeentebestuur ver bij achter. De fabrieken en werkplaatsen in Zwolle waren bijna zonder uitzondering kleinschalig. Wel had de stad een belangrijke ijzergieterij (Wispelwey) en (tot 1938) de Centrale Werkplaats van de Spoorwegen. Ze gaven in hun topjaren respectievelijk 300 en 1.200 mensen werk.

Ook in de eerste helft van de 20ste eeuw viel er ondanks enkele voorzichtige pogingen van het gemeentebestuur weinig industriële activiteit te bespeuren. Gedwongen door de crisis van de jaren 30 en de grote werkloosheid die daar op volgde, liet de gemeente in 1937 door professor Van Vuuren, van rijksuniversiteit Utrecht, een onderzoek instellen naar "de welvaartsbronnen van de gemeente Zwolle". Eén van zijn aanbevelingen was dat Zwolle betere voorwaarden moest scheppen voor het aantrekken van industrie: "De juiste keuze van industrieterreinen met gemakkelijke verbindingen te water en te land, met billijke grondprijzen en goed gedifferentieerde tarieven van gas en elektriciteit, zullen blijken zeer bevorderlijk te zijn voor de nijverheids- en verzorgingsindustrie. (…) De vestiging van nieuwe industrieën moet uiteraard de volle aandacht van het stadsbestuur behouden."
Dat laatste wilde de gemeente wel, maar de Tweede Wereldoorlog gooide al snel na het verschijnen van het rapport roet in het eten. Na de oorlog pakte Zwolle de draad weer op en probeerde in de geest van Van Vuuren bedrijven over te halen zich in Zwolle te vestigen. Met enig resultaat: Zwolle haalde in de jaren vijftig een nevenvestiging van Stork binnen en een grote fabriek van Philips. Burgemeester Roelen (benoemd in 1960) gaf de industrialisatie in Zwolle een belangrijke impuls. Dat kon ook omdat de overheid Zwolle in 1959 als industriekern had aangewezen en daar ook de financiële middelen voor leverde. Het geld werd met name gebruikt voor de verbetering van de infrastructuur. In de jaren 1960-1964 werd het Zwolle-IJsselkanaal gegraven, zodat een gunstige vestigingsplaats ontstond voor de bedrijven op industrieterrein Voorst. Voor de snelle doorstroming van het autoverkeer werd rijksweg 28 verhoogd en tegelijk verbreed tot vier rijbanen. Ook de aanleg van de Blaloweg en de Zwartewaterallee droegen daartoe bij.

Bedrijventerrein Voorst, zoals het industrieterrein tegenwoordig heet, trok al snel na de komst van Scania-Vabis meer bedrijven aan. Op dit moment zijn er ruim 200 ondernemingen gevestigd, een mix van grote en kleine bedrijven, van regionaal, landelijk en internationaal belang. We vinden er bijvoorbeeld internationale bedrijven als Abbott Laboratories en DMI Europe, maar ook oude Zwolse bedrijven als IJzerleeuw (opgericht in 1810 onder de naam In den blauwen saegh) en Van Wijhe Verf. Zwolle heeft tegenwoordig naast Voorst bedrijfsterreinen in Hanzeland, de Marslanden, de Oosterenk, de Vrolijkheid en de Hessenpoort.
Op bedrijventerrein Voorst, aan de Russenweg, vinden we ruim 40 jaar na de opening nog steeds een vestiging van Scania. De verwachtingen werden waargemaakt. Het bedrijf telt nu circa 1.400 medewerkers. Het is daarmee de grootste industriële werkgever in de wijde omgeving. De productieafdeling van Scania in Zwolle produceert per jaar ruim 25.000 trucks. De band met Zwolle werd benadrukt toen in mei 2000 het miljoenste voertuig van Scania (wereldwijd) hier van de band rolde.