Burenruzie

Patriotten en prinsgezinden in Overijssel

Tijd van pruiken en revoluties

Boosheid

In de tweede helft van de 18de eeuw was Nederland geen rijk land meer. Sommige mensen gaven de schuld aan stadhouder en prins Willem V (de vijfde). Hij gedroeg zich als een koning en besliste alles zelf. Een groep mensen werd daar boos over. Zij wilden ook wat te zeggen hebben. Ze noemden zichzelf patriotten. Dat betekent: mensen die houden van het vaderland. Niet iedereen was tegen de stadhouder. Zijn aanhangers noemden zichzelf de prinsgezinden.

Geheimzinnig boekje

In 1781 werden er op verschillende plekken in de grote steden van Nederland geheimzinnig boekjes gevonden. Op de boekjes stond: Aan het volk van Nederland. In de boekjes stond niks goeds over stadhouder Willem V. Wie had gedurfd dit boekje te schrijven? Pas veel later bleek dat het geheimzinnige boekje geschreven was door Joan Derk van der Capellen tot den Pol. Deze edelman was lid van de Ridderschap van Overijssel. De Ridderschap was onderdeel van het bestuur van de provincie.

Vaderland

De patriotten en de prinsgezinden verspreidden veel brieven, boekjes en tekeningen onder de inwoners van Nederland. Mensen gingen met elkaar in gesprek over het bestuur van het land. Ineens voelden de mensen zich niet alleen deel van hun eigen stad of dorp, maar voelden ze zich ook een beetje Nederlander.

Weg met de stadhouder!

Steeds vaker kregen de patriotten en prinsgezinden slaande ruzie met elkaar, zomaar op straat of in een kroeg. Terwijl ze eigenlijk buren van elkaar waren! In 1787 kwamen de patriotten in opstand tegen de prins en zijn aanhangers. Willem V vroeg hulp aan de koning van Pruisen. Zijn soldaten maakten een einde aan de opstand. Lang kon de stadhouder niet van zijn rust genieten. In 1795 kwamen de Fransen naar Nederland om de patriotten te helpen. Snel daarna vluchtte de stadhouder met zijn familie naar Engeland. De patriotten en later de Fransen werden toen de baas in Nederland.