Tussen Bisschop en Graaf

En de opkomst van Amsterdam

Na de machtsstrijd tussen de bisschoppen van Utrecht, de Van Amstels en de graven van Holland komt Diemen onder het gezag van de graven van Holland. Voor Diemen en Amstelland stellen zij een baljuw aan, die hier namens de graven met de zorg voor rechtspraak en bestuur belast is. Ten westen van Diemen ontstaat de stad Amsterdam

Graaf Floris V (1254-1296)

Toen Diemen in de 11de en 12de eeuw ontstond behoorde het nog tot het grondgebied van het bisdom (het zogenoemde ‘Sticht’) Utrecht. In onze tijd hebben we het dan over de provincie Utrecht. Maar in de 13de en 14de eeuw kwam Diemen, net als Amstelland (nu de gemeenten Ouder-Amstel, Amstelveen en Amsterdam), Muiden, Weesp en het Gooi, onder het gezag van de Graven van Holland te staan. Dat had alles te maken met de groeiende macht van het graafschap Holland, de huidige provincies Noord- en Zuid-Holland en ook met de steeds zwakker wordende positie van de Utrechtse bisschop. Zijn politieke gezag was ook binnen het ‘Sticht’ omstreden. Om zich staande te houden had de bisschop zelfs bij de Hollandse graaf Floris V om militaire steun moeten vragen. Om dat te betalen had hij Floris V toen onder meer Amstelland en Diemen in onderpand gegeven en omdat de schuld nooit werd ingelost zijn deze gebieden altijd Hollands gebleven.

Daarmee werden de heren Van Amstel tegen hun zin ondergeschikt aan Floris V. Dat zette kwaad bloed. Zozeer zelfs dat Gijsbrecht IV van Amstel, samen met de óók wrok koesterende edelen Herman van Woerden en Gerard van Velsen, ging samenzweren tegen graaf Floris V. Hun poging om Floris V te ontvoeren mislukte echter en eindigde in het vermoorden van hun leenheer bij Muiderberg. Een misdaad die hen duur kwam te staan. De Van Amstels moesten afstand doen van hun grondgebied. Amstelland en Diemen kwamen nu onder het rechtstreekse gezag van de graven van Holland te staan en die stelden hier een baljuw aan om voor de uitoefening van rechtspraak en bestuur te zorgen.

Het was de baljuw die voortaan de schout benoemde en uit de plaatselijke bevolking een zevental schepenen aanwees, die in rechtszaken het vonnis uitspraken. De functie van baljuw was echter, net als die van schout, niet erfelijk. Baljuws werden door de graven benoemd en die hielden zo een veel steviger greep op hun onderdanen dan de bisschop had in de tijd van de Van Amstels. 

Dat het graafschap Holland in de 13de en 14de eeuw zo machtig werd kwam door de opkomst van de Hollandse steden, met Dordrecht, Delft, Leiden, Haarlem, Rotterdam, Gouda, Alkmaar en Amsterdam als de belangrijkste. Dat hing samen met de opbloei van de handel, de melkveehouderij, de visserij, de nijverheid en de zeevaart. Voor Diemen was de groei van Amsterdam natuurlijk van enorme betekenis want de Diemense boeren konden hun boter, kaas en melk in Amsterdam verkopen en verdienden daar een goed belegde boterham mee. 

Jaap Haag

 

Verder lezen: A.L.P. Buitelaar, De Stichtse ministerialiteit en de ontginningen in de Utrechtse Vechtstreek, Hilversum 1993. En: Jan Mulder, Hanna Blok en Karin van Reenen (red.), Diemen buyten Amsterdam, Diemen 1987.