Schansenoorlog rond Groningen in de Tachtigjarige Oorlog

IJkpunt 14

In 1579 sloten de noordelijke gewesten van de Nederlanden een verbond: de Unie van Utrecht. Onder Willem van Oranje streed de Unie tegen de Spaanse overheersing. De Ommelanden sloten zich aan bij de Unie, de stad Groningen deed dat niet. De stad was bang het stapelrecht te verliezen, waaraan de stad zijn handelsfunctie en centrumpositie in de regio dankte.

De Spaansgezinden stonden onder leiding van de Spaanse legeraanvoerder Verdugo. Tot 1588 hadden zij de overhand in de strijd. Wigbold van Ewsum jr. voerde de Staatsen aan, maar hij had niet genoeg geld, inzicht en ervaring om het machtige Groningen te verslaan. Na Wigbolds overlijden in 1584 kreeg de nieuwe stadhouder van Friesland, Willem Lodewijk van Nassau, het bevel over de troepen. Hij veranderde van tactiek en liet alle toevoerwegen naar de stad systematisch afsluiten met een reeks schansen. Dit had effect. In 1594 sloot de stad Groningen zich aan bij de Unie (Reductie van Groningen), na een beleg door Maurits en Willem Lodewijk.

In het Zuidelijk Westerkwartier zijn, voorzover bekend, vijf schansen aangelegd: bij Lettelbert, bij Enumatil, de Leeksterschans, de Wolveschans en de schans bij Frieschepalen. Net over de Groningse grens in Drenthe ligt nu nog de Zwartendijksterschans, de enige schans in het gebied die de tand des tijds heeft weerstaan. In het noordelijk Westerkwartier was de schans bij de Aduarderzijlen het belangrijkst. Het lag op een strategisch punt in het Reitdiep, dé handelsweg van en naar de stad Groningen. Ook bij Zoutkamp, Munnekezijl, Kommerzijl, Niezijl, Noordhorn en Aduardersteentil lagen schansen.

De Aduarderzijlen in het Reitdiep liggen waterstaatkundig en militair gezien op een zeer strategische plek. Het Reitdiep was de transportroute van de stad Groningen en het was dus belangrijk om de waterweg te controleren. De locatie van de Aduarderschans is niet exact bekend.
Bij de Aduarderzijlen is flink gevochten. Tussen 1580 en 1593 hadden de Spaansgezinde stad en de Staatse Ommelanden om beurten de Aduarderschans in hun bezit. In 1594 bestormden de troepen van graaf Willem Lodewijk de schans. Honderdveertig mannen in de schans werden gedood. Negen mannen overleefden de aanval. Aan Staatse kant stierven 20 man en waren 60 gewonden. De schans kwam weer in Staatse handen. De doden werden begraven in het omliggende land (nog heel lang doken hun botten af en toe op).

De Aduarderschans was als laatste door Staatse troepen op de Spanjaarden heroverd. De stad Groningen was nu geheel omsingeld door Staatse troepen en afgesloten van voedsel en munitie. Niet veel later gaf de stad Groningen zich over. De Spaanse overheersing was voorbij. Stad en Ommelanden vielen voortaan onder één bestuur en sloten zich aan bij de Republiek, de Reductie van Groningen.

Vierhoek met bastion, bult of dijk
Schansen werden altijd gebouwd op strategische plekken bij belangrijke vaarwegen of doorgangen in een veenmoeras. De schansen rond de stad Groningen hadden verschillende vormen, afhankelijk van de tijd die beschikbaar was voor het opwerpen van de schans. Het aanleggen van een vierhoek met bastions op de hoeken in de richting van waar het vijandige leger kwam, kon alleen als er geen dreiging was. Als de tijd drong, beperkten de troepen zich tot het opwerpen van een 'bult' of 'dijk' zonder herkenbare vorm, zoals bij Lettelbert ten noordoosten van het Leekstermeer.

De slag bij Noordhorn
Op de plek waar nu de molen van Nordhorn staat, lag tijdens de Tachtigjarige Oorlog een schans van het Spaanse leger. In september 1581 trokken de Staatse troepen onder leiding van Willem Lodewijk van Nassau en John Norris, een Engelse legeraanvoerder in Staatse dienst, op van Niezijl naar Noordhorn. Kort daarvoor hadden ze de Spaanse troepen onder aanvoering van Francisco Verdugo verslagen tussen Grijpskerk en Visvliet. Op een veld ten westen van Noordhorn vond op 30 september 1581 de veldslag plaats, waarbij de Spanjaarden overwonnen. Meer dan 2000 soldaten sneuvelden. Noordhorn was op enkele stenen gebouwen na vernietigd. Pas in 1594 werd het dorp herbouwd.