Adriaan Pauw

In de korte periode tussen de aankoop van de ambachtsheerlijkheid Heemstede in 1620 door de Amsterdamse koopman en pensionaris Adriaan Pauw en zijn sterfjaar 1653 veranderde het aanzien van Heemstede en Bennebroek aanzienlijk.

Afkomstig uit een vooraanstaand patriciërsgeslacht en aan de Leidse universiteit opgeleid in de letteren en de rechten maakte Pauw al op jonge leeftijd een bliksemcarrière. Op 25-jarige leeftijd was hij de hoogste ambtenaar (pensionaris) van de grootste en rijkste stad van de Republiek, Amsterdam. En zoals zo veel rijk geworden kooplieden uit deze stad kocht hij een buitenplaats in Kennemerland, die over water goed te bereiken was: het slot in Heemstede. Tevens kocht hij de ambachtsheerlijkheid Heemstede. Voortdurend stak hij tijd en energie in dit persoonlijke bezit. Van een verwaarloosd middeleeuws kasteel maakte Adriaan een renaissancelusthof dat als een statussymbool een representatieve functie zou kunnen vervullen voor zijn vele hoge gasten.

Ambachtsheer
Altijd stond hij op de bres voor zijn pas verworven grondbezit. Hij bedijkte de Schouwbroekerpolder, wist door zandafgravingen cultuurgrond te winnen, beslechtte de conflicten met Haarlem over de Hout in zijn voordeel, legde de Zandvaart en de Blekersvaart aan voor de afvoer van zand en voor toegang tot de nieuw opgerichte blekerijen.

Niet alleen zette hij zich in voor de exploitatie van zijn grondgebied, maar ook voor het bestuur en de rechtspraak. Hij bezat immers de heerlijke rechten. Hij maakte Heemstede tot een zelfstandige hervormde kerkelijke gemeente met het recht een eigen predikant aan te stellen, bouwde op de fundamenten van een verwoeste kapel een nieuwe kerk (de huidige Oude Kerk) en zette zich in voor het onderwijs (hij stichtte de Voorwegschool).

Verzamelaar
In totaal verwierf Pauw negen (ambachts)heerlijkheden. Ook was hij en een groot verzamelaar van beelden, kunst en curiosa, echter vooral van wapens (tot de afbraak van het slot tentoongesteld in de grote wapenzaal) en boeken. Zijn bibliotheek van ruim 16.000 boektitels was een van de grootste van Nederland in die tijd. De erfgenamen hebben geprobeerd de collectie als één geheel te verkopen. Dat lukte echter net, waarop ze in delen geveild is. Enkele jaren geleden is een klein deel van de boeken teruggevonden in de Herzog August Bibliothek in Wolfenbüttel (Duitsland), die meer oude Nederlandse boeken bezit.

Politieke loopbaan
De kern van Pauws activiteiten betrof echter niet het beheer van zijn bezittingen in Heemstede, maar zijn politieke loopbaan. In 1631 werd hij gekozen tot raadpensionaris van Holland, dat wil zeggen tot de hoogste ambtenaar van de verreweg belangrijkste provincie van de Republiek. Daardoor speelde hij een sleutelrol in de buitenlandse politiek en kreeg hij het aan de stok met stadhouder Frederik Hendrik, die uit was op verovering van het zuiden van de Nederlanden.

Het hoogtepunt van zijn politieke loopbaan kwam toen hij 1646 namens de Staten Generaal de delegatie leidde naar de vredesbesprekingen in Münster om daar met de Spanjaarden tot vrede te komen. Hier verwierf de onafhankelijkheid van de Republiek der Verenigde Nederlanden in 1648 internationale erkenning. Pauws lijfspreuk 'Patientia, pietate et pace' (door geduld, vroomheid en vrede), tegelijkertijd zijn visitekaartje en zijn programma, vond in Münster zijn bekroning.