Floris de Vijfde

Regeren in de riddertijd

Op zijn tweede werd hij graaf van Holland, in 1256: Floris de Vijfde. Als volwassene vergrootte hij zijn gebied, onder andere door Amsterdam
in te lijven. Maar zijn ondergeschikten bleek hij niet de baas. Drie van hen ontvoerden hem en sloegen hem dood met hun zwaarden.

Het Binnenhof staat tegenwoordig symbool voor het Haagse politieke leven. Slechts weinigen beseffen dat de geschiedenis van het complex teruggaat tot de dertiende eeuw en nauw verbonden is met de regeringsperiode van de beroemdste middeleeuwse graaf van Holland, Floris de Vijfde. Toen Floris in de zomer van 1254 werd geboren, stond in des Graven Haghe een nieuw grafelijk slot in de steigers. De opdracht daartoe was nog gegeven door Floris’ vader, graaf Willem II, die in 1256 tijdens een expeditie tegen de Friezen bij Hoogwoud met zijn paard door het ijs zakte en door de toegesnelde Friezen de schedel werd ingeslagen. De pas twee jaar oude Floris was daarna officieel de nieuwe graaf, al werd het bewind voorlopig gevoerd door zijn oom.

Eenmaal zelf aan de macht, besloot Floris zijn vaders dood te wreken door een veroveringstocht tegen de Friezen te ondernemen. Het werd een grote mislukking, die door de boeren en stedelingen in het Kennemerland werd aangegrepen om in opstand te komen. Slechts door de oproerige Kennemers een aantal voorrechten te verlenen die hen moesten beschermen tegen adellijke heren wist Floris de rust te herstellen. ‘Der keerlen god’, noemden de verontwaardigde edelen hem sindsdien misprijzend, de god van de boeren.

In de jaren daarop wist Floris echter het machtsgebied van de Hollandse graven aanzienlijk te vergroten: hij pikte het Amstelgebied en Woerden in van de bisschop van Utrecht (en maakte aldus van het zeer jonge Amsterdam een Hollandse stad) en veroverde West-Friesland. Om zijn overwinning te consolideren liet hij dwangburchten bouwen in de buurt van Alkmaar, Medemblik en Wijdenes.

Rond 1290 was eindelijk ook het nieuwe Haagse slot gereed gekomen: de trotse Ridderzaal, symbool voor het ridderideaal en de koninklijke allure die graaf Floris nastreefde. Floris liet nog een ander kasteel bouwen: het Muiderslot. In 1296 werd hij op dat Muiderslot gevangen gezet door zijn opstandige vazallen Gijsbrecht van Amstel, Gerard van Velzen en Herman van Woerden. De boerenbevolking trok op naar het Muiderslot om de vrijlating van hun graaf te eisen. De drie samenzweerders verlieten het kasteel met hun gevangene, in de hoop te ontkomen aan de boze boeren. Toen Floris, van wie de benen onder het paard langs aan elkaar gebonden waren, probeerde te vluchten, belandde hij in een sloot, waar hij door de samenzweerders met zwaardhouwen werd gedood.