Omstreden bevrijders

Vriezenveen in de Franse Tijd

Tijd van pruiken en revoluties

In 1795 vond een politieke omwenteling plaats in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden die uiteindelijk de grondslag zou vormen voor onze huidige democratie. In die tijd bestonden er twee grote politieke stromingen, de prins- of prinsgezinden en de patriotten. In bovengenoemd jaar kregen de patriotten min of meer de macht in handen dankzij het binnenvallen van de Franse troepen onder leiding van de generaals Pichegru en Daendels, die de idealen van de Franse revolutie naar de Republiek brachten. De macht zou voortaan bij het volk berusten.

Patriot of prinsgezind

Het prinsgezinde gemeentebestuur van Vriezenveen moest aftreden en een patriottisch gemeentebestuur kwam aan de macht. De prinsgezinde schout Jan Hendrik Dikkers werd vervangen door de patriot Hendrik Spijker. Op 25 februari 1795 werd een vrijheidsboom door de patriotten voor de kerk geplant, als teken van de ommekeer in Vriezenveen. 100 Franse soldaten kwamen uit Almelo om dat feest mee te vieren. Zij werden enkele dagen ingekwartierd in Vriezenveen. De klokken werden zo uitbundig geluid bij het feest dat één van de twee barstte. De revolutie had ook gevolgen voor de adel. Een aantal adellijke voorrechten werd afgeschaft. Door de nieuwe provinciale volksvertegenwoordigers werd bepaald dat de gravin van Rechteren te Almelo voortaan dezelfde rechten had als alle andere burgers. De gravin mocht zich niet meer bemoeien met de inwoners van Almelo en Vriezenveen.

Van bevrijder tot bezetter

In het begin werden de Fransen gezien als bevrijders. Men voelde zich bevrijd van het juk van de adel. Maar de bevrijding had ook een keerzijde. De bevolking had te maken met inkwartieringen van soldaten. Eerst van terugtrekkende troepen van Engelsen, Hessen en Hannoveranen, die tegen de Fransen hadden gevochten. Toen van de Fransen zelf. Tientallen verplichte wagendiensten, zoals vervoer van soldaten, eten en hooi voor Franse paarden werden gereden door Vriezenveners. In juni 1795 moesten bijvoorbeeld 83 wagens met paarden ingezet worden om haver naar Deventer te brengen. Tegenover deze diensten stonden geen vergoedingen. Na de machtsovername door Napoleon in 1799 werd de Republiek steeds meer een wingewest voor diens oorlogen met andere landen. De Fransen gingen zich gedragen als bezetters en bleven in de voormalige Republiek tot en met 1813.

In het leger van Napoleon

Claas Kruijs was destijds een inwoner van het dorp Vriezenveen en schreef van alles op wat er gebeurde. Zo meldde hij dat het leven steeds duurder werd en dat zou mettertijd alleen maar erger worden. Door de belastingen die opgebracht moesten worden voor de Fransen stegen alle winkelwaren in prijs, aldus Kruijs. Economisch werd het er dus allemaal niet beter op. Tot overmaat van ramp eiste een pokkenepidemie veel slachtoffers in Vriezenveen. Ook moesten er ongeveer 90 Vriezenveners dienst doen als soldaat in het leger van Napoleon om te vechten tegen Rusland. Sommigen kwamen terug, van anderen is bekend dat ze zijn gesneuveld of werden vermist in Rusland.

Bevrijd door Kozakken

Aan de Franse overheersing van Vriezenveen kwam in november 1813. Twente is in snel tempo bevrijd door de Kozakken. Op 11 november 1813 verschenen de Kozakken in Almelo en Rijssen en enkele honderden in Neuenhaus. De morgen daarop vertrok het grootste gedeelte ervan over Uelzen, Hardenberg en Ommen naar Zwolle, terwijl een kleine afdeling van 40 man zich onder leiding van prins Leon Alexandrowitch Narischkin over Ootmarsum, Almelo, Wierden, Rijssen en Holten naar Deventer begaf. Beide afdelingen kwamen in de avond van 12 november op de plaats van bestemming aan. De overlevering zegt dat de bij Vriezenveen langstrekkende Kozakken in het Russisch werden aangesproken door Vriezenveners die in Rusland handel dreven. Dat moet aan de grens van Vriezenveen zijn geweest, want dat de Kozakken Vriezenveen hebben aangedaan is niet waarschijnlijk, gezien de zeer korte tijd tussen hun vertrek uit Almelo en aankomst bij Deventer.