St. Pancratius

De kerk als middelpunt

Tijd van steden en staten

De St. Pancratius aan de Markt met zijn 48 m hoge toren is het middelpunt en meest karakteristieke gebouw van Haaksbergen. Het oudste gedeelte van het huidige godshuis dateert uit het jaar 1520, wat boven de zuidelijke ingang staat aangegeven. Al eerder stonden op deze plek kerkgebouwtjes, aanvankelijk van hout. Wanneer hier het eerste kerkje verrees is niet bekend, maar het staat vast dat Haaksbergen al vóór of omstreeks het jaar 1000 als zelfstandige parochie op deze plek over een kerkgebouw beschikte.
Er wordt aangenomen dat de St. Pancratius is verrezen op de plaats waar in vóórchristelijke tijden onze Saksische voorouders veelvuldig offers aan hun goden brachten. Toen omstreeks het jaar 800 het Christendom in deze streken opkwam, werden kleine houten kerkjes gebouwd op een door traditie geheiligde plaats. Bij opgravingen in 1971 heeft men daarvan nog enkele resten ontdekt nabij de fundamenten van de huidige kerk. Het eerste stenen kerkje van Haaksbergen was een Romaans langwerpig gebouw, mogelijk in twee etappes gebouwd vóór het jaar 1200. Natuursteen werd in ruime mate gevonden in Bentheim en Gildehaus. Rondom deze kerk vormde zich een kern van bewoning. Er vestigden zich ambachtslieden zoals een kleermaker, een smid, een timmerman, een herbergier, een winkelier en een bestuursambtenaar (richter). Zo'n groepje huizen heette trup of trop, later dorp. Of de eerste Haaksbergse kerk al aan heilige Pancratius was toegewijd is niet bekend. Pancratius was een Romeinse jongeling die in het jaar 304 op 14-jarige leeftijd om zijn geloof ter dood werd gebracht. De toren is aangebouwd in 1565, wat staat aangegeven boven de ingangsdeuren.

Protestants intermezzo

In 1626 veroverden de Staten van Overijssel de stad Oldenzaal en kwamen alle kerken van Twente in handen van de protestanten. 6 jaar later werd in Haaksbergen een gereformeerde predikant benoemd, die de plaats innam van de paapsche pastoor. De komst van de Fransen in 1795 maakte een einde aan de achterstelling van de rooms-katholieken. Toen koning Lodewijk Napoleon begin maart 1809 door de provincie Overijssel reisde, telde Haaksbergen 2.800 rooms-katholieken en 700 gereformeerden. Dit deed hem besluiten de Pancratiuskerk aan de katholieken terug te geven. De teruggave van de kerk (in 1810) bleef beperkt tot alleen het gebouw. De toren werd eigendom van de gemeente en de protestanten behielden de pastorie. De pastorie stond oorspronkelijk in de tuin van de Hervormde Gemeente. Pastoor E.J.A. Engbers, die in Haaksbergen werkzaam was tussen 1884 en 1902, liet de pastorie aan de Markt bouwen, recht tegenover de Pancratius. Tijdens zijn pastoraat kreeg het kerkgebouw zijn huidige vorm, met de grote gewelven. Bij de algehele restauratie van 1974-1976 is de structuur van de muren blootgelegd, waardoor vroegere verbouwingen en uitbreidingen van het kerkgebouw zichtbaar werden.

Eén parochie

Naast de Pancratius zijn er in de loop van de jaren nieuwe parochiegemeenschappen ontstaan: Buurse in 1852, St. Isidorushoeve in 1926, de Veldmaat in 1934 en de Lourdes in 1958. De Pancratius maakt sinds 1 juli 2009 deel uit van de St. Franciscusparochie, waarin zijn samengevoegd de Pancratius, Buurse, Veldmaat, Lourdes en het bij Enschede behorende Boekelo. Deze samenvoeging was noodzakelijk wegens het teruglopende kerkbezoek en minder beschikbare priesters. De St. Pancratiuskerk is in 2011 door het bisdom aangewezen als eucharistisch centrum en is daarmee de moederkerk van Haaksbergen. Door bezuinigingen zijn de Lourdeskerk en de Marcellinuskerk in Boekelo per 1 januari 2013 aan de eredienst onttrokken.