Spanjaard

Textielconcern van formaat

Tijd van burgers en stoommachines

Rond 1800 trok de joodse jongeman Salomon Jacob (1783-1861), die later de familienaam Spanjaard aannam, van het Duitse Bodendorf bij Remagen naar Nederland. Hij kwam in Borne terecht en trouwde er in 1811 met Sara David (van Gelder). Aanvankelijk handelde hij in oude kleren, maar langzamerhand bouwde hij een textielbedrijf op dat voor het kleine Borne veel zou gaan betekenen.

Bijzondere handelsgeest

Spanjaard was een man met een bijzondere handelsgeest. Zijn firma werd waarschijnlijk opgericht in 1828. De oudste handelsboeken dateren uit dit jaar. Hij stond toen ingeschreven als winkelier, "inlands kramer" (straatventer), en koopman. Van een nietig zaakje maakte hij in korte tijd een bloeiend textielbedrijf. Rond 1850 exploiteerde hij al 50 handweefgetouwen in een pand aan de Aanslagsweg. Daarnaast had hij als fabrikeur nog een paar honderd huiswevers in dienst. Zijn katoengarens betrok hij rechtstreeks van spinnerijen uit Engeland, en ook het bleken en verven besteedde hij uit. Hij was voortdurend op reis om de verkoop van zijn stoffen te stimuleren. Voor markten die verder van huis lagen bediende hij zich van tussenpersonen en inschrijvingen bij de Nederlandsche Handel-Maatschappij. In 1852 verkocht hij het bedrijf aan zijn twee zoons Jacob en Levie. Kort na zijn gouden bruiloft in 1861 overleed hij in de leeftijd van 78 jaar.

Nieuwe perspectieven door het spoor

Toen tegen 1864 bekend werd dat er een spoorweg zou worden aangelegd, besloten de gebroeders Jacob en Levie Spanjaard daarin aandelen te nemen, mits er in Borne een station zou komen. Ze vestigden toen hun bedrijf op een terrein bij het spoor. Nog datzelfde jaar werd daar de eerste steen gelegd voor het ketelhuis. De weefgetouwen in de voormalige metaalfabriek Meijling & Stork aan de Oude Almeloseweg werden overgebracht naar de nieuwe fabriek. Zo ontstond in 1864 Spanjaards eerste stoomfabriek met 180 weefgetouwen, die in de jaren daarna vele malen werd uitgebreid. In 1901 werd het bedrijf omgezet in de N.V. Stoomspinnerijen en -weverijen v/h S.J. Spanjaard met louter Spanjaards in de directie. Onder hen was Jacob Spanjaard II (1873-1934) die de bijnaam "god van Borne" kreeg, omdat in Borne buiten hem om vrijwel niets van enig belang plaats kon vinden. Onder de nieuwe organisatievorm kon fors worden geïnvesteerd in uitbreiding van de productiecapaciteit.

Werknemers van elders

De snelle expansie na de Eerste Wereldoorlog veroorzaakte een groot tekort aan arbeidskrachten. Talloze Drentenaren kwamen met hun gezinnen naar Borne. Zij werden gehuisvest in de zogenoemde Spanjaardswoningen op het Letterveld. Ook kwamen er werkloze vissers uit Vollenhove naar Borne door bemiddeling van hun pastoor Elskamp, die pastoor in Borne was geweest. De vissers waren brodeloos geworden door de aanleg van de Afsluitdijk (1927-1932).

Slechte arbeidsvoorwaarden

In sociaal opzicht liep Spanjaard nooit voorop. De beloning lag tussen die van de beste en de slechtste werkgevers. Er waren dan ook regelmatig grote stakingen, hoewel de Twentse textielarbeiders heel moeilijk tot gezamenlijke acties te bewegen waren.
In 1903 kreeg Jacob te maken met een ernstig sociaal conflict. Toen de spoelsters om geregeld werk en een vergoeding voor wachttijden vroegen, reageerde Spanjaard hierop door de arbeiders te ontslaan. Maar omdat er niemand solliciteerde op zijn advertenties in de plaatselijke kranten, werd hij gedwongen concessies te doen.
Begin jaren 1920 waren er hoge winsten, maar in vergelijking met andere textielbedrijven betaalde Spanjaard slecht. Spanjaard volgde bovendien het besluit van de Twentse Fabrikantenvereniging om de lonen met 10% te verlagen. Dit leidde eind 1923 tot de beruchte Twentse textielstakingen door 22.000 arbeiders, die 6 maanden duurden en uiteindelijk in het nadeel van de arbeiders werd beslecht.

Tweede Wereldoorlog

In de Tweede Wereldoorlog werd het bedrijf door de bezetters genaast. Directeur Johan Spanjaard (1907-1941) werd gearresteerd en overleed kort daarna in het concentratiekamp Mauthausen. Hij en zijn achterneef Dirk Spanjaard (1911-1941) waren de eerste Bornse joden die werden gedeporteerd. Van de drie andere directeuren Spanjaard overleed Isaäc (1876-1944) op zijn onderduikadres aan de Oude Hengeloseweg. Leo (1896-1945) stierf kort na de Bevrijding; Karel (1876-1960) kwam redelijk gezond uit het concentratiekamp terug.

Neergang en einde

In de hoogtijdagen van de onderneming na de oorlog werkten er korte tijd meer dan 2.000 mensen, die befaamde kwaliteitsproducten maakten als Cinderella en Rheumanella-lakens, Teddy-luiers en Kenmore-overhemden. Daarna ging het snel bergafwaarts met de hele textielindustrie in Nederland door de opkomst van de lagelonenlanden. In 1961 is Spanjaard ingelijfd door Nijverdal-Ten Cate. In 1971 werd Spanjaard na meer dan 120 jaar gedwongen zijn deuren te sluiten. Van het trotse bedrijf rest nu nog slechts het kantoorgebouw aan de Stationsstraat. Op het ruim 7 ha grote fabrieksterrein is een fraaie woonwijk gebouwd.