Revolutionair plastic

Wavin

Tijd van televisie en computers

De gemeente Hardenberg kende in de vooroorlogse jaren vrijwel alleen industrie die verband hield met de landbouw of met de vervening. Door mechanisatie of sluiting werden in deze bedrijfstakken veel werkkrachten overbodig. Hierdoor had de gemeente in de naoorlogse jaren te kampen met een hoge werkloosheid. De Rijksoverheid verklaarde Hardenberg daarom tot ontwikkelingskern met bijbehorende steunmaatregelen. Naast het al aanwezige textiel (Eltem) leverde dat Hardenberg ook beton (Diamant, 1955), hardstaal (Wallramit, 1956) en, niet in de laatste plaats, pvc-buizen (Wavin, 1956) op.

Plastic waterleidingsbuizen

Ir. J.C. Keller (1899-1977), directeur van de in 1930 opgerichte Waterleiding Maatschappij Overijssel, werd geconfronteerd met veel roestvorming in de (giet)ijzeren waterleidingbuizen in de Overijsselse bodem en zocht daarvoor een duurzaam alternatief. Bovendien moest dat alternatief, gelet op het uitgebreide platteland dat moest worden aangesloten op het waterleidingnet, goedkoop zijn. In de werkplaats in Zwolle experimenteerde hij in de jaren 40 met het nieuwe materiaal plastic om daar corrosiebestendige buizen van te maken. De experimenten waren succesvol en de productie in Zwolle nam zo snel toe dat dit leidde tot de oprichting van Wavin, vernoemd naar de Waterleiding Maatschappij en het materiaal Polyvinylchloride (PVC). Op een terrein aan de Bruchterweg in Hardenberg werd een fabriek gebouwd, bestaande uit drie hallen, een kantoor, een werkplaats en een kantine.

Snelle groei

Het nieuwe bedrijf groeide razendsnel. In de eerste plaats omdat het buizen ging produceren van allerlei omvang (tot 630 mm toe). Door het spuitgieten van de bijbehorende hulpstukken kon men een compleet Kunststof Leiding Systeem (KLS) produceren. In de tweede plaats voerde het beheersen van de extrusie- en spuitgiettechniek tot diversificaties zoals folie (vuilniszakken), kratten (voor bier- en andere industrieën), profielen in allerlei vormen (voor o.a. de bouwwereld) en dunwandige verpakkingen (zoals die van boterkuipjes). Dit alles leidde er toe dat het bedrijfsterrein werd uitgebreid tot over de Radewijkerbeek en naar het terrein tussen de spoorlijn en de J.C. Kellerlaan. Ook vond al heel snel uitbreiding naar het buitenland plaats. Zo ontstonden er Wavin-bedrijven in Duitsland, Denemarken, Ierland, het Verenigd Koninkrijk en later in tal van andere landen. Alleen al in Europa zouden dat er 27 worden. Wavin Nederland vestigde bedrijven in Dedemsvaart voor het produceren van extruders en matrijzen (machinefabriek De Rollepaal) en voor de afdeling Research en Development (in de voormalige Delanagebouwen). Ook werd er een kantoor gebouwd voor de handel met overzeese landen.

Terug naar de oorsprong

Ontwikkelingen in de jaren tachtig hebben ertoe geleid dat Wavin zich ging concentreren op de "core business": de kunststof leidingsystemen. De overige diversificaties werden ondergebracht in andere internationale concerns, zodat op het bedrijventerrein aan de Bruchterweg nu een scala van verschillende bedrijven is te vinden. In 2012 is Wavin overgenomen door het Mexicaanse chemiebedrijf Mexichem. De merknaam bleef behouden. Het innovatiecentrum bleef in Dedemsvaart, het hoofdkwartier in Zwolle. Een geluk voor de werknemers, want, zoals WMO-directeur Van Dijk zei: "Wavin hoort bij Overijssel als een stropdas bij de beursvloer".