Voor 1795 kende ons land, behalve in de steden, geen echt plaatselijk bestuur. De kerk en de marken regelden veel, maar niet alles. Tijdens de Bataafse Republiek en het Koninkrijk Holland onder Lodewijk Napoleon (1795-1810) is er al geëxperimenteerd met een vorm van plaatselijk bestuur naar Frans model. Er kwamen municipaliteiten en ambtsgemeentebesturen, maar in 1811 werden het "Franse" mairieën met een maire aan het hoofd, een burgemeester met vrij veel centrale macht, bijgestaan door een gemeenteraad met weinig invloed. In 1818 wist de adel te bereiken dat het platteland, waar zij het grotendeels voor het zeggen had gehad, werd afgesplitst van de steden. Ambt Delden werd afgesplitst van Delden en Markelo van Goor; tevens werd Elsen afgesplitst van Rijssen en toegevoegd aan Markelo. Bovendien werden er op dat moment grenswijzigingen doorgevoerd: een deel van het Gelderse Verwoolde kwam bij Markelo en een deel van het Westerflier werd overgeheveld van Markelo naar Diepenheim. Oele en Woolde werden van Ambt Delden ondergebracht bij Hengelo. Ook daarna vonden er geregeld grensaanpassingen plaats, voornamelijk tussen Markelo en Goor, dat er in 1818 wel heel bekaaid van was afgekomen. Datzelfde gold trouwens ook voor Stad Delden, dat volledig omsloten werd door Ambt Delden.
Fusie van vijf gemeenten
Bijna 200 jaar fungeerde deze constructie naar genoegen van de
bewoners. Eind jaren tachtig van de vorige eeuw besloten echter de
buurgemeenten Ambt Delden, Diepenheim, Goor, Markelo en Stad Delden
op verschillende gebieden, met name op het terrein van toerisme en
recreatie, nauwer samen te werken. De gezamenlijk opgezette
vijfsterren fietsroute met de naam Hof van Twente, die landelijk
bekroond werd, smaakte naar intensievere samenwerking. In 1995 werd
na een deskundig onderzoek geconcludeerd dat samenvoeging van de
vijf gemeenten tot één nieuwe gemeente snel gerealiseerd diende te
worden. Er bleek echter onvoldoende draagvlak te bestaan voor een
vrijwillige fusie. In 1998 werd er een wetsvoorstel ingediend bij
de Tweede Kamer waarin de samenvoeging van de vijf gemeenten werd
gecombineerd met de samenvoeging van Enschede, Hengelo en Borne tot
Twentestad.
In vier van de vijf gemeenten ontstond groot verzet tegen deze
herindelingplannen. Alleen Goor was voor. Er werden
volksraadplegingen gehouden waarbij soms zelfs meer dan 90% zich
tegen de voorgenomen plannen uitsprak. In Diepenheim was alles en
iedereen beplakt met gele stickers met daarop de tekst: "Deep'n
blif Deep'n". Ook de gemeenteraden van de vier gemeenten stemden in
meerderheid voor behoud van de zelfstandigheid.
Hof van Twente
De politiek bleef aansturen op een fusie. In 1999 werd het plan tot herindeling van Twente door de Tweede Kamer goedgekeurd. Het jaar erop werd het voorstel in de Eerste Kamer, dankzij een cruciale rol van de VVD-er Hans Wiegel afgeschoten. Hij was namelijk tegen het onderdeel dat de vorming van Twentestad bevatte. Even leefde er hoop bij de tegenstanders, maar een maand later werd hetzelfde plan met weglating van het onderdeel Twentestad door de Tweede Kamer aangenomen. Ook de Eerste Kamer was met een nipte meerderheid (35 tegen 34 stemmen) voor. Als ingangsdatum van de nieuwe gemeente Hof van Twente werd 1 januari 2001 gesteld. Eerste burgemeester werd Ank Bijleveld, tot dan vice-voorzitter van de CDA-fractie in de Tweede Kamer. In de centrale kern Goor werd enkele jaren later een fraai nieuw gemeentehuis gebouwd. In juni 2004 werd door het weekblad Elsevier Hof van Twente verkozen tot beste woongemeente van Overijssel.