Zeeheld Jan van Amstel

Een praalgraf in Schijndel

Tijd van regenten en vorsten

In de zeventiende eeuw hadden de Nederlanders een grote handelsvloot. Ze hadden meer boten dan alle andere Europese landen bij elkaar. Oorlogsschepen bewaakten de vloot en voerden zeeoorlogen met andere landen. De aanvoerders van de vloot waren echte helden in de ogen van de Nederlanders. Eén van hen lag begraven in de Sint-Servatiuskerk van Schijndel: Jan van Amstel (1618 - 1669).

Jan van Amstel

Jan van Amstel werd in 1618 geboren in Gemert. Zijn moeder was een Schijndelse. Toen zijn ouders een brouwerij erfden, verhuisden ze naar Schijndel. Jan van Amstel had familieleden in Amsterdam. Dat was in die tijd een belangrijke handelsstad. Kooplieden voeren met hun schepen de hele wereld rond om handel te drijven. Aan de Amsterdamse grachten werden rijke koopmanshuizen gebouwd.

Naar zee

Een schatrijke peettante uit Amsterdam zorgde ervoor dat Jan van Amstel in dienst kon bij een koopvaardijschip. Dat was een handelsschip. De zeevaart ging goed. Jan werd kapitein op verschillende oorlogsschepen. Die moesten de handelsschepen op hun zeereis beschermen.

Kapitein op een schip

Admiraals waren de baas over de vloot. De mensen vonden hen echte helden. Jan werkte voor admiraal Cornelis Tromp en admiraal Michiel de Ruyter. Zij horen bij de beroemdste zeehelden uit onze geschiedenis. Zij mochten op de beste oorlogsschepen varen. In 1658 kreeg Jan van Amstel zijn eerste eigen oorlogsschip: 'De Provinciën'. De oorlogsschepen waren prachtig versierd. Dat moest indruk wekken.

Hoe voer je oorlog op zee?

De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden voerde veel oorlog op zee. Vooral tegen de Zweden, de Portugezen en de Engelsen. Met kanonnen, buskruit en 'branders' (=brandende bootjes zonder bemanning) werden schepen tot zinken gebracht. De schepen werkten samen. Ze gebruikten daarvoor seinvlaggen. Dat is een soort geheimtaal met gekleurde vlaggen. Je kunt elkaar vertellen wat je van plan bent, zonder dat de vijand het snapt.

De Engelse zeeoorlogen

Samen met Michiel de Ruyter en Cornelis Tromp vocht Jan van Amstel in de Eerste en Tweede Engelse zeeoorlog. Tijdens de Vierdaagse Zeeslag werd zijn schip aan flarden geschoten. Hij kon ternauwernood naar Texel varen. Op de Middellandse zee raakte Jan van Amstel zwaargewond. Hij vocht toen tegen Barbarijse (=Noord-Afrikaanse) zeerovers. Zij plunderden Nederlandse handelsschepen.

Een bijzonder gedicht

Jan van Amstel bracht veel tijd door op zee. Met zijn eerste vrouw, Cornelia Schaegen, woonde hij aan de Amsterdamse Herengracht. Ook met zijn tweede vrouw, Anna Bocxhoorn, woonde hij in Amsterdam. Jan van Amstel kon Schijndel niet vergeten. In 1667 kocht hij een huis, 'De Steenen Kamer', in het dorp. In 1669 ging hij hier dood. Van Amstel kreeg een mooi graf in de Sint-Servatiuskerk van Schijndel. Zijn vrouw ging terug naar Amsterdam. Ze vroeg de beroemde dichter Joost van den Vondel om een grafdicht te maken. Zoek het maar eens op in de kerk van Schijndel.