De Jonge Jacob

De laatste reis van een hektjalk.

Tijdens werkzaamheden van Rijkswaterstaat in de Dordtsche Kil stuitte men op een obstakel in de bodem. Het bleek het restant van een hektjalk te zijn, dat in 1856 op die plek met lading en al is gezonden. De zoon werd gered. Helaas de schipper niet.

DE JONGE JACOB in de LASHbak CG S 6013. 

Vijf jaar na de spectaculaire berging is het achterschip van DE JONGE JACOB opgesteld in de LASHbak. Dat dit gelukt is grotendeels te danken aan onder andere Jos Hubens voorzitter en ambassadeur ´De Binnenvaart` De tentoonstelling is mogelijk gemaakt dankzij donaties van het VSB-fonds, Prins Bernard cultuurfonds, en een veelvoud van de kosten zijn opgebracht door de contributie van de 3500 leden van vereniging `De Binnenvaart`. De expositie van de vele geborgen voorwerpen uit het wrak maakt een ruim 150 jaar oude geschiedenis tastbaar en beleefbaar. Uit veel ervan spreekt traditioneel vakmanschap, zoals de fraai geconserveerde blokken en de gesneden naambordjes van het schip. Andere zaken brengen ons heel dichtbij schipper Hendrik Ritmeester en zijn familie: de slijpsteen, de kannen en de pispot, voorwerpen uit hun dagelijks leven. De lading kalkstenen uit Doornik vertelt het verhaal van de riviernormalisaties en de handel van de schippers. De zinker van de wrakkenboei ten slotte geeft aan dat het wrak in de vaargeul een obstakel vormde en biedt aansluiting met het archiefonderzoek. Het Binnenvaartmuseum herbergt een stuk geschiedenis waar velen vermoedelijk nog nooit bij stil hebben gestaan.

Bron: De laatste reis van een hektjalk - E. van Ginkel en W.B. Waldus.