Steentijdmensen in West-Friesland

Tijd van jagers en boeren

Het begon met de IJstijd

Al heel lang wonen er mensen in West-Friesland. Vijfduizend jaar geleden werden de eerste dorpen gebouwd. Daarvoor was dat nog niet mogelijk. Tienduizend jaar geleden was de IJstijd. Dit was veel te koud voor mensen om te leven. Toen het ijs ontdooide kwam heel West-Friesland onder water te staan. Het landschap zag er heel anders uit dan nu. Er was nog geen IJsselmeer en de rivier de IJssel stroomde ten zuiden van Bergen de Noordzee in. Het zeewater stroomde het land in en nam zand en klei mee. Dit zand en klei bleef achter op de bodem, er ontstonden strandwallen. Op deze strandwallen gingen de eerste mensen wonen.

Het water rondom de strandwallen was eerst zout. Later werd het brak en vervolgens zout. Vervolgens werd het water zoet. Door het zoete water kon de grond gebruikt worden voor landbouw. Op de kreekruggen ontstonden minidorpen. In zo een dorp woonde één familie.

 

Een minidorp in Aartswoud

In Aartswoud was er een dorpje met vlakbij drinkwater. Hier woonde een familie. Op de oeverwal verbouwden ze graan. En op de brakke kwelders liep vee. De vrouwen zorgden voor het land en bewaakten de oogst. De mannen deden werk verder van huis. Met de kano konden ze gemakkelijk overal komen. Ze haalden hout en zorgden voor het vee. Ook vingen ze vissen en vogels, voornamelijk eenden. Soms bleven de mannen meerdere dagen weg. Daarom werden de vissen en eenden gedroogd of gerookt. Anders zouden ze bederven. In de grond zijn er veel botten en eendenvleugels gevonden.

De allereerste West-Friezen waren jagers, verzamelaars en boeren.

Rond 2200 voor Christus begon het zeewater te stijgen. Het land kwam overstroomde door zout water. De oogst mislukte. Mensen trokken weg uit West-Friesland.

 

Sporen van Steentijdmensen

In Zandwerven, Aartswoud, Winkel en Kolhorn zijn sporen gevonden van mensen uit de Steentijd. De sporen van de Steentijdmensen bestaan uit resten van dierenbotten, potten en gereedschap. Het bijzondere was dat al het gereedschap van steen was. Van vuursteen maakten ze bijlen, messen en pijlpunten. Hier komt de naam Steentijdmensen vandaan.

 

Mensen in de grond

In Hoogwoud en Sijbekarspel zijn er skeletten gevonden, skeletten van Steentijdmensen. Woiffie van Sijbekarspel en Cees van Hoogwoud zijn zeldzame vondsten. In West-Europa is het is heel bijzonder dat er uit die tijd resten van mensen zijn gevonden.