Blauwkapel

De oudste nederzetting in het gebied

Ten noorden van Utrecht lag in de 13e eeuw het Gerecht Herverskop. Door dit gerecht, liep al in 1350, van oost naar west, een weg die "Oude Weg" werd genoemd (nu de Voordorpse Dijk). Aan die weg lag een van de oudste nederzettingen van Oostveen, het gehucht Voordorp. Al in 1336 stond aan deze Voordorpse Dijk, een versterkte ridderhofstede "Het Huis te Veen". Het huis en grond zijn lang in het bezit geweest van de familie Veen. Begin 18e eeuw is dit huis afgebroken. De huiskapel van de fam. Veen, werd in 1451 vervangen door een Gotische bakstenen kruiskerk. Hij was 22 meter lang, 5.50 tot 11 meter breed en 17 meter hoog en werd de de kleinste Gotische baksteenkerk in ons land.

Begin 1500 was de fam. Van Wijck eigenaar van kerk en gebied. Zij bouwden in 1509 een tongewelf, een rond plafond, in de kerk. Josina van Wijck besloot in 1551 om dat gewelf blauw te schilderen. Zo ontstond de naam van het dorp Blauwkapel. Lang doet de kerk al dienst. Ook de mensen uit Groenekan en De Bilt kerkten hier. De kerk was een privé kerk van een katholieke familie en werd daardoor pas in 1641 een protestantse kerk. Dit ondanks het feit, dat de katholieke mis al bij de Reformatie in 1580 verboden was.

Afbraak en wederopbouw in de 20ste eeuw

Bij de bouw van het Fort Blauwkapel, werd het hele dorp opgenomen binnen de vestingmuren.

Het Kerkje in de vesting werd niet goed onderhouden. Toen in de 2e wereldoorlog de bezetter, gelegerd in het Fort Blauwkapel, het kerkje als stal voor hun paarden gebruikte, verviel het tot een ruine. Om de kerk te redden kocht de "Stichting Blauwkapel" het in 1957 voor een symbolisch bedrag van 1 gulden. Met steun van de overheid werd het toen tot de laatste steen afgebroken en met het originele materiaal weer opgebouwd. Vanaf 1959 is het nu een Oeucumenische Onderwegkerk.