Bezetting

De oorlogsjaren

Tijd van wereldoorlogen

Op 10 mei 1940 vielen Duitse troepen Nederland binnen. In de vroege morgenuren van die vrijdag in mei kwamen Duitse cavaleristen rond 4.00 uur via de grensovergang De Striepe bij Bruinehaar de grens over. De Nederlandse grensbewakingspost in Bruinehaar met zo'n achttien soldaten onder leiding van luitenant H.J.H. van Büchem uit Nijmegen werd na enig verzet ontmanteld. De grensbewakers in Bruinehaar en het nabijgelegen Langeveen werden als krijgsgevangen afgevoerd naar Duitsland. Inmiddels werd de brug bij Zandwijk in Vriezenveen opgeblazen. De Duitse troepen rukten in ijltempo verder op naar het westen. Door een "Blitzkrieg" wisten de vijandelijke troepen ons land in korte tijd te veroveren. Op de Grebbeberg bij Rhenen, als onderdeel van de Hollandse Waterlinie, sneuvelden in die dagen drie Vriezenveense jonge soldaten: E. Nijen Twilhaar, G. Stegeman en J. ten Cate.

Bleekneusjes

In de loop van 1941 nam de voedselschaarste toe. Veel etenswaren en levensmiddelen waren alleen met bonnen verkrijgbaar. Het distributiekantoor van Vriezenveen was gevestigd in de Middenschool, naast het gemeentehuis. Vooral in het westen van ons land hadden de inwoners het zwaar. De winter van 1944 staat zelfs te boek als Hongerwinter. Vanaf de zomer van 1942 kwamen in de zomermaanden steeds vaker kinderen uit Rotterdam naar Vriezenveen. Zij verbleven hier dan van enkele weken tot enkele maanden. De coördinatie van het verblijf van deze verzwakte stadskinderen, ook wel bleukneusjes genoemd, was een initiatief van de Rotterdamse predikant van de Vredeskerk in Zuid. Als dank voor de verzorging tijdens de oorlogsjaren schonken de Rotterdammers in 1947 aan Vriezenveen een monument: de Rotterdamse bank op de hoek Kerkstraat-Platanenplein. Op 1 mei 2004 organiseerde de vereniging Oud Vriezenveen een reünie waar zo'n 100 voormalige bleekneusjes bijeen kwamen.

Het verzet

De onderdrukking door de Duitse bezetter nam in de loop van jaren toe. In mei 1943 moesten alle radiotoestellen worden ingeleverd en werd het bezit ervan strafbaar. Mensen die werden opgeroepen voor arbeidsinzet in Duitsland doken onder. Joodse inwoners werden weggevoerd naar Westerbork en verdwenen daarna in concentratiekampen en keerden nimmer terug. Geleidelijk groeide het verzet. Er werden landelijke verzetsorganisaties opgebouwd met regionale en plaatselijke vertakkingen. Zij namen de hulp aan slachtoffers en distributie van valse papieren op zich. Op het Hoge Hexel en op de Bruinehaar vonden droppings van voedsel en wapens plaats. Op 15 november 1944 werd een overval gepleegd op de Nederlandsche Bank in Almelo, waarbij de oud-Vriezenvener Derk Smoes was betrokken. De buit van f 46.500.000,‒ werd later teruggevonden bij boer Nijland in Daarlerveen.

Monumenten

Op D-Day, 6 juni 1944, landden Engelse, Canadese en Amerikaanse troepen op de westkust van Frankrijk. Het zou nog bijna 1 jaar duren voordat deze troepen ons bereikten en Vriezenveen bevrijd was. In Vriezenveen staan alle namen van de gevallen militairen, burgers en Joodse dorpsgenoten op het monument naast het gemeentehuis. Ook de namen van gesneuvelde Canadese vliegeniers, die op gemeentelijke begraafplaats in Vriezenveen liggen begraven, staan erop vermeld. In Westerhaar-Vriezenveensewijk staan de slachtoffers vermeld op het monument aan de P.M. Hackstraat.