De Rollecate

Modernisering van de landbouw

Tijd van wereldoorlogen

Op 31 augustus 1853 werd op Huize Rollecate een kleinzoon van Willem Jan baron van Dedem geboren. Hij kreeg de naam van zijn grootvader en erfde ook het landgoed dat deze in Den Hulst had gevestigd. De Rollecate genoot bekendheid om zijn mooie weilanden vol gezonde koeien, het park met eiken, beuken en populieren, de grote en mooie tuinen vol bijzondere heesters, prachtige fruitbomen en prima wijnstokken, temidden waarvan het door een gracht omgeven huis stond met prachtig uitzicht over de Dedemsvaart.
Waar grootvader de aanzet gaf tot de ontwikkeling van een hele regio, hield de kleinzoon zich vooral bezig met de ontwikkeling van de landbouw en veeteelt. In 1909 liet Van Dedem een nieuwe koestal voor 200 koeien bouwen op de hoek van wat nu de Schapendijk en de Van Dedemweg is. Daarin kwam een machinekamer waarin één van de eerste melkmachines van Nederland werd geplaatst. Verder was de stal voorzien van een laboratorium, een kantoor en een schaftlokaal.

Landbouwhuishoudschool

Het huwelijk van de baron met Beerta Henriëtte Geertsema bleef kinderloos. Toen de Overijsselse Landbouw Maatschappij (OLM) op zoek was naar een plek om een opleiding voor leraressen aan landbouwhuishoudscholen te vestigen, stelde bestuurslid Van Dedem een deel van het landgoed en de rentmeesterwoning ter beschikking. "En zo kon het gebeuren dat op 20 september 1913 zonder fanfare en vlagvertoon acht jonge vrouwen uit verschillende delen van het land arriveerden op het klein stationnetje van Dedemsvaart, om de weg in te slaan naar 'De Rollecate' onder Den Hulst".
Door de afgelegen ligging was De Rollecate een school zonder moderne voorzieningen zoals waterleiding en elektriciteit, maar directrice Theda Mansholt benadrukte de voorbeeldfunctie die hiervan uitging. In de praktijk moesten de leraressen immers ook goed kunnen inspelen op de eenvoudige omstandigheden waaronder de boerinnen die ze gingen bijscholen en de leerlingen die ze gingen onderwijzen werkten en leefden. De aanstaande leraressen kregen ook zelf land- en tuinbouwonderwijs, maar daar hoorde geen praktisch tuinwerk bij; dat werd overgelaten aan de tuinman.

Sloop

Het overlijden van de baron op 15 februari 1922 maakte een einde aan de samenhang en ontwikkeling van het landgoed. In het najaar van 1923 vond de veiling plaats van "het landgoed, gelegen aan weerszijden van de Dedemsvaart, den grintweg en de stoomtram, nabij het station Dedemsvaart, in den Hulst, gemeenten Nieuwleusen en Staphorst, bestaande uit Heerenhuis met Sier- en Moestuinen, Park, Gracht en Bosch, Koetsiers- en Tuinmanswoningen, model ingerichte Stallingen, Bedrijfsgebouwen, Landbouwschuren, Weiland, Bouwland, Boerenplaatsjes en boschgronden, te samen ter grootte van ruim 100 ha." De verkoop was het begin van het einde. In 1930 verhuisde de opleiding voor leraressen aan landbouwhuishoudscholen naar Deventer en kreeg daar de naam "Nieuw Rollecate". Het hart van het landgoed, het huis Rollecate, moest in 1931 plaatsmaken voor een straatweg langs de noordkant van het kanaal. Veel andere gebouwen van het voormalig landgoed staan er nog wel. Ze kregen nieuwe bewoners en andere bestemmingen.