De Beerse Maas

Het gevecht met de Maas

Tussen Café De Elft en Grave-Centrum duikt de rijksweg 's-Hertogenbosch-Grave iets omlaag. En ten westen van Escharen kruist een weg een strook land nabij het riviertje de Raam. Op het straatnaambordje staat: Beerschemaasweg. Ooit lagen beide plekken midden in een rivier: de Beerse Maas.

Langs de Maas worden tussen 1275 en 1350 dijken opgeworpen. In het Land van Cuijk zijn die niet overal nodig. Bij Gassel en Beers en tussen Katwijk en Cuijk keren de oeverwallen het rivierwater. Maar in 1549 maakt een Bossche stadsrekening melding van het doorbreken van 'den Berzewater', het water uit Beers. Na hevige regenval in de Ardennen stroomt de Maas tussen Grave en Cuijk soms over de oeverwallen richting Gassel en Escharen. Daarom werpen deze dorpen een ringdijk op en vormen ze samen één polder. Het water stroomt daar omheen naar het riviertje de Raam. Dat treedt dan buiten zijn oevers en het teveel aan water zoekt bij Grave een weg richting Velp en verder. Zo ontstaat in het noordoosten van Brabant een tweede Maas. De volksmond noemt die 'de Beerse Maas' of kortweg 'de Beers'. Spoedig wordt ingezien dat de Beers de dijken van de hoofdrivier ontlast, zodat westelijker streken minder risico lopen. Vooral daarom blijft dit systeem eeuwenlang voortbestaan. De oeverwallen tussen Grave en Cuijk gaan 'overlaten' heten, het stroomgebied van de Beers 'de traverse'. De dorpen in het Land van Cuijk hebben het recht de overlaten op te hogen tussen 15 maart en 15 november. Dankzij deze 'zomersluiting' kan het gras het hele warme seizoen doorgroeien, zodat er voor het vee in de traverse voldoende te eten is. Maar soms komt het Maaswater ook 's zomers en mislukt de hooioogst. In dat geval komt het vee 's winters voedsel tekort.

Na de grote watersnood van 1820 kiezen de ingenieurs van Rijkswaterstaat in 1825 voor een verbeterd overlaatsysteem om het overtollig rivierwater sneller te kunnen afvoeren. In de Beerstraverse tussen Gassel en Herpen moeten alle huizen, bomen, heggen en dijkjes verdwijnen. Een eeuwenoud landschap wordt kaalgeslagen. Later, in 1904, krijgt de Maas een eigen monding door het graven van de Bergse Maas. Tevoren stroomde de Maas bij Slot Loevestein in de Waal en dat leverde bij hoog water in de Waal problemen op. Sinds 1882 is de Katwijkse Overlaat gesloten door de aanleg van de spoordijk. De Beerse Overlaat blijft echter in functie en de streek tussen Cuijk en 's-Hertogenbosch heeft daar steeds meer last van.

Na de zware overstromingen van 1920 wordt het Waterschap De Maaskant opgericht, ook met het doel de overlaat te sluiten. Dat kan pas nadat tussen 1925-1940 de Maas sterk is verbeterd. In 1942 wordt de Beerse Overlaat definitief opgehoogd. Acht jaar later onthult Jan de Quaij een monument (van Peter Roovers) langs de provinciale weg tussen Gassel en Beers.

'De Maas is om!'

Wanneer het Maaswater over de Beerse Overlaat begint te stromen, zegt men: 'de Maas is om'. Mensen en vee moeten dan snel vertrekken uit het stroomgebied van de Beers, de 'traverse'. Dan worden in Grave de twee kanonnen L'intriguant en Le Partisan afgeschoten. Zo weten de boeren in de wijde omtrek dat zij hun vee uit de traverse moeten halen. De laatste schoten worden afgevuurd in 1930, wanneer de overlaat voor het laatst overstroomt.