Slag bij de Doggersbank, tijdens de Vierde Engels-Nederlandse zeeoorlog

Actueel
Slag bij de Doggersbank

In 1776 verklaren Amerikaanse rebellen zich onafhankelijk van Groot-Brittannië. Nederland steunt deze opstandelingen in de Amerikaanse koloniën en levert wapens en munitie aan de Amerikanen. De Amsterdamse koopman Jean de Neufville en de Amerikaanse diplomaat William Lee sluiten zelfs een geheim verdrag. De Engelsen maken dit verdrag buit bij de arrestatie van Henry Laurens, de zojuist benoemde Amerikaanse ambassadeur in de Republiek, in 1780. Ze zijn furieus en verklaren de Republiek de oorlog op 20 december.

Tijdens deze Vierde Engelse Oorlog (1780-1784) komt het op 5 augustus 1781 tot de enige grote zeeslag: de Slag bij de Doggersbank. De Engelse vloot valt de Nederlandse marine aan die een konvooi koopvaardijschepen begeleidt naar de Oostzee. De Nederlanders slaan de aanval af, maar beide vloten raken zwaar gehavend. Nederland viert dit als een grote overwinning, hoewel de slag onbeslist eindigt.

Doordat de Nederlandse vloot niet sterk genoeg is, stellen de Britten een zeeblokkade in tegen de Republiek en veroveren ze vrijwel alle forten van de West-Indische Compagnie. In 1783 sluiten de Republiek en Engeland een wapenstilstand, waarna de oorlog met de Vrede van Parijs (1784) definitief eindigt. De Vierde Engelse Oorlog blijkt door de grote economische gevolgen uiteindelijk het begin van het einde voor de Republiek der Verenigde Nederlanden.