De Beeldenstorm bereikt Antwerpen

Actueel
Beeldenstorm bereikt Antwerpen

In de zestiende eeuw zijn er steeds meer mensen in de Nederlanden die het niet langer eens zijn met de rooms-katholieke kerk. Deze mensen worden protestanten genoemd. De protestanten geloven, net als rooms-katholieken, in God en Jezus Christus. Maar de altaren en heiligenbeelden hebben ze niet nodig. Ze willen een kerk waar Gods woord weer het belangrijkste is.

In de zomer van 1566 luisteren veel protestanten naar 'hagenpreken'. Dat zijn toespraken van rondtrekkende predikanten, in de open lucht. In de preken zijn sommige predikanten erg fel tegen de heiligenbeelden. Na een hagenpreek op 10 augustus 1566 gaat een aantal mensen naar een klooster. Een klooster is een gebouw waar monniken of nonnen leven. Dat was bij Steenvoorde, in de Vlaamse Westhoek (nu ligt dat in Frankrijk). De mensen vernielen alle heiligenbeelden in het klooster en nemen veel spullen mee.

In de maanden daarna worden ook andere kerken en kloosters bestormd en geplunderd. Dit wordt de 'Beeldenstorm' genoemd. Eerst gebeurt dit alleen in de Vlaamse Westhoek, maar daarna ook in Vlaanderen en Brabant.
Op 20 augustus bereikt de Beeldenstorm de stad Antwerpen. Zo'n 200 protestanten bezetten er de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. In de stad worden veel heiligenbeelden vernield. Het bestuur van de stad doet er niet zo veel tegen.