In 1990 valt het land Joegoslavië uit elkaar. De Serviërs en Bosniërs voeren oorlog om de verdeling van de grond. Daarbij gebruiken de Serviërs veel geweld. De Verenigde Naties sturen daarom soldaten om de Bosnische burgers te beschermen.
Op 6 juli 1995 trekken de troepen van generaal Mladic op naar Srebrenica, een plaats in Bosnië-Herzegovina (in de buurt van Griekenland). Mladic is op oorlogspad. Het gebied rond Srebrenica (met een omtrek van ongeveer 50 km) is daarvoor uitgeroepen tot een veilige plek voor moslims. Nederlandse VN-soldaten, die een groep vormen die 'Dutchbat III' heet, moeten Srebrenica en de moslims beveiligen. Maar zonder veel tegenstand valt Srebenica in handen van Mladic.
Dat is op 11 juli 1995. Veel moslimmannen zijn al gevlucht uit Srebrenica. Niet dat het veel uitmaakt, want de meesten worden op hun vlucht toch door de Serviërs opgepakt. In Srebrenica scheiden de Serviërs de overgebleven mannen en jongens van de vrouwen en meisjes. Dutchbat III helpt ze daarbij. Daarna worden de moslimmannen in bussen weggebracht. Niet veel later worden minstens 7000 van hen vermoord.