Aletta Jacobs vecht vijftig jaar lang voor vrouwenkiesrecht. In haar tijd mogen vrouwen namelijk nog niet stemmen zoals nu. Alleen mannen die rijk genoeg zijn om belasting te kunnen betalen, hebben kiesrecht. Zij bepalen wie er in een nieuwe regering komt.
Aletta voert haar strijd met anderen die ook gelijke rechten voor vrouwen willen. Deze vrouwen zijn de eerste 'feministen'. Ze zijn heel actief. Ze organiseren tentoonstellingen, maken kranten en schrijven over vrouwenkiesrecht. Ze demonstreren en bieden de regering petities aan. Met die petities vragen ze de regering of de Tweede Kamer om de wet te veranderen.
Een vrouw die ook strijdt voor gelijke rechten voor vrouwen is Suze Groeneweg. In 1917 wordt de grondwet veranderd. Vrouwen krijgen dan nog geen stemrecht maar mogen voortaan wel op de lijst staan om in de Nederlandse politiek gekozen te worden. Bij de verkiezingen van 1918 stelt Suze Groeneweg zich kandidaat voor de partij waarvan zij lid is. Ze wordt gekozen en op 3 juli 1918 treedt zij als eerste vrouw toe tot de Tweede Kamer.
In 1919 wordt bepaald dat vrouwen voortaan ook stemrecht krijgen. Bij de verkiezingen van 1922 kunnen de Nederlandse vrouwen - eindelijk - voor het eerst naar de stembus. Aletta Jacobs is dan 68 jaar oud.