In 1492 steekt Columbus de Atlantische Oceaan over en ontdekt Amerika. Vanaf dat moment volgen steeds meer Europeanen zijn voorbeeld. Ze nemen bezit van de landen die ze ontdekken. Ze noemen het de Nieuwe Wereld. Dat er al mensen wonen, doet er niet toe. Voortaan is het hun land. De Europeanen beginnen er plantages. Al het werk op de plantages laten ze doen door Afrikaanse slaven. Slaven zijn knechten die niets over zichzelf te vertellen hebben. De Afrikaanse slaven worden op grote schepen naar Amerika vervoerd.
Ook de Nederlanders handelen in slaven. De West-Indische Compagnie heeft tot 1730 als enige in Nederland het recht om in slaven te handelen. In totaal heeft Nederland zo'n 550.000 Afrikanen naar Amerika vervoerd.
Maar aan het einde van de achttiende eeuw vinden steeds meer mensen dat slavenhandel slecht is. Zo mag je niet omgaan met mensen. Daarom verbieden de Engelsen in 1814 de handel in slaven. Andere landen doen hetzelfde als de Engelsen. Nederland schaft als een van de laatste landen de slavernij af. In 1859 verbiedt Nederland de slavernij in grote delen van Oost-Indië. Vier jaar later, op 1 juli 1863, schaft Nederland de slavernij af in Suriname en de Nederlandse Antillen.