Na de Tweede Wereldoorlog zien de leiders van een aantal West-Europese landen dat het anders moet. Ze bedenken dat ze moeten gaan samenwerken. Zo willen ze ervoor zorgen dat er nooit meer oorlog komt. Het wordt een succes en steeds meer landen in Europa gaan met elkaar samenwerken. Deze landen vormen samen de Europese Unie. Maar steeds meer landen, dat betekent ook steeds meer meningen en wensen. Dat maakt het moeilijker om het eens te worden over de toekomst van de EU en over wat het belangrijkste moet zijn.
Alle landen van de EU moeten daarom rond 2005 erover stemmen of er een Europese Grondwet moet komen of niet. In de Europese Grondwet zouden de regels staan over wat de EU allemaal mag en wat niet. Nederland moet op 1 juni 2005 stemmen over de Europese Grondwet. De meeste Nederlanders stemmen tegen. Ze zijn bang dat de Europese Unie anders meer over Nederland te zeggen zou krijgen dan de Nederlanders zelf. Ook Frankrijk stemt tegen. Daarom komt er op dat moment geen Europese Grondwet.