Op 28 juni 1914 wordt de Oostenrijks-Hongaarse kroonprins Frans Ferdinand doodgeschoten. Het is het begin van een grote oorlog, die bekend is geworden als de Eerste Wereldoorlog. In deze oorlog staan de 'centralen' tegenover de 'geallieerden'. De centralen zijn Duitsland, Oostenrijk en Turkije. De 'geallieerden' zijn Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland. Heel veel soldaten van deze landen sterven in de oorlog.
In 1917 kiezen de Verenigde Staten van Amerika de kant van de geallieerden. Vanaf dat moment zijn de geallieerden sterker dan de centralen. Ze winnen veel gevechten en veroveren grote gebieden. In oktober 1918 stelt de Amerikaanse president Wilson voor dat er vrede gesloten wordt.
Het Duitse leger heeft bijna geen spullen meer om mee te vechten. Bovendien willen de soldaten niet meer luisteren naar de Duitse keizer. Daarom zeggen de Duitsers op 20 oktober dat ze over vrede willen praten. Ook de andere landen van de centralen geven zich over. De geallieerden hebben de oorlog gewonnen.
Op 28 juni 1919 - precies vijf jaar na de moord in Sarajavo - wordt in Versailles (Frankrijk) de vrede officieel getekend. In dit 'Verdrag van Versailles' staat welke straf de verliezers van de oorlog krijgen. Er wordt bijvoorbeeld bepaald dat Duitsland veel geld moet betalen en gebieden moet afstaan. Ook mag Duitsland alleen nog maar een beroepsleger hebben, met maximaal 100.000 militairen.