Graaf Egmont en graaf Horne worden op de markt van Brussel onthoofd

Actueel
De onthoofding van graaf van Egmont en Horne

Het gebied dat we nu België en Nederland noemen, heet in de zestiende eeuw nog 'de Nederlanden'. De Spaanse koning Filips de Tweede wordt in 1555 de baas over deze Nederlanden. Maar steeds meer mensen in de Nederlanden zijn het niet eens met de manier waarop Filips de Tweede het land bestuurd. Ze willen dat Filips de Tweede minder streng is tegen 'ketters', mensen die kritiek hebben op de rooms-katholieke kerk. Bovendien willen ze dat de steden en edelen hun eigen bestuur en speciale rechten mogen houden.

Na de Beeldenstorm van 1566 stuur Philips de Tweede de hertog van Alva naar de Nederlanden. Hij moet orde op zaken stellen en iedereen straffen die ook maar iets met de Beeldenstorm te maken heeft gehad. Hiertoe stelt Alva de 'Raad van Beroerten' in. Deze raad, die door de mensen ook wel de 'Bloedraad' wordt genoemd, zorgt ervoor dat ruim elfduizend mensen uit de Nederlanden worden weggestuurd en meer dan duizend mensen terechtgesteld worden.

Willem van Oranje ontvlucht na de Beeldenstorm de Nederlanden. Maar twee andere belangrijke Nederlandse edelen, de graaf van Egmont en graaf Horne, doen dat niet. Alva laat ze vrijwel direct na zijn aankomst arresteren. Ze worden beschuldigd van verraad en op 5 juni 1568 op de markt van Brussel onthoofd.