Na de Tweede Wereldoorlog zien de leiders van een aantal West-Europese landen dat het anders moet. Ze willen voorkomen dat er ooit weer oorlog uitbreekt. Ze bedenken dat de Europese toekomst moet liggen in samenwerken. De samenwerking begint op het gebied van belangrijke grondstoffen. Rond 1950 zijn dat steenkool en staal. Steenkool is in die tijd de belangrijkste energiebron. Staal is hard nodig om Europa weer op te bouwen na de oorlog.
Op 18 april 1951 tekenen zes landen het Verdrag van Parijs. Daarmee wordt de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) opgericht. Het verdrag regelt de vrije handel in staal en steenkool tussen de zes landen: Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland en Italië.