Op 13 maart 1567 vindt een gevecht plaats bij Oosterweel. Dit dorp ligt vlakbij het Belgische Antwerpen. In de zestiende eeuw heet het gebied dat we nu België en Nederland noemen 'De Nederlanden'. De Spaanse koning Filips de Tweede is vanaf 1555 de baas over deze Nederlanden.
Steeds meer mensen in de Nederlanden zijn het niet eens met de manier waarop Filips het land bestuurt. Ze willen dat Filips minder streng is tegen 'ketters', mensen die kritiek hebben op de rooms-katholieke kerk. Bovendien willen ze dat de steden en edelen hun eigen bestuur en speciale rechten mogen houden.
Onder leiding van de Nederlandse edelman Willem van Oranje komen ze in opstand. De mannen die ter land of ter water vechten tegen de Spanjaarden worden geuzen genoemd. Op 13 maart 1567 vecht een geuzenleger bij Oosterweel tegen het leger van de Spanjaarden. De geuzen kunnen niet winnen van het sterke Spaanse leger en de meesten van hen worden gedood. De Slag bij Oosterweel wordt door sommigen gezien als het begin van de Tachtigjarige Oorlog.