Hunebedden

De eerste boeren

Hoe het ze is gelukt weet niemand, maar vroege boeren weten zo’n vijfduizend jaar geleden loodzware zwerfkeien te verplaatsen om er graven mee te bouwen. ‘Hunebedden’ worden de stenen grafkelders genoemd. Het zijn de tastbare monumenten van een boerenvolk dat het bestaan als jager-verzamelaar achter zich heeft gelaten en zich op vaste plekken is gaan vestigen.

Begraafplaatsen
De hunebedbouwers zijn niet de vroegste boeren in Nederland: het zijn relatieve laatkomers. De eerste boeren zijn de zogenoemde ‘bandkeramiekers’ van zevenduizend jaar geleden in het Limburgse heuvelland. Zo’n tweeduizend jaar later vestigen de hunebedbouwers zich in Nederland. Het weinige dat zij hebben nagelaten, ligt meestal verscholen in de grond. Maar in de provincies Drenthe en Groningen liggen hun sporen gewoon aan de oppervlakte. Het zijn hunebedden, gemaakt van reusachtige stenen die door mensenhanden geordend en op elkaar gestapeld zijn. De hunebedden dienen als gemeenschappelijke begraafplaats. Dit soort stenen grafkelders is in die tijd niet ongewoon: in heel Europa zijn er wel 35.000 gevonden. Hier worden ze gebouwd van enorme zwerfkeien, die tijdens een van de ijstijden, zo’n 150.000 jaar geleden, vanuit Scandinavië hiernaartoe zijn geschoven.

Levenswijze
De hunebedbouwers wonen in boerderijen van hout en leem, gebruiken houten en stenen werktuigen en maken potten van klei om voorraden in te bewaren. Zulke potten zitten ook bij de grafgeschenken die ze aan de gestorvenen meegeven. Vanwege hun vorm noemen archeologen die ‘trechterbekers’. We kunnen de levenswijze van de hunebedbouwers reconstrueren op basis van bodemvondsten die in en rond de hunebedden worden gedaan. Maar het is nog steeds niet helemaal duidelijk hoe deze mensen erin slagen om stenen van soms wel twintigduizend kilo van de grond te krijgen. Waarschijnlijk maken ze van aarde een soort oprit en gebruiken ze ronde boomstammetjes om de stenen overheen te laten rollen. Als de stenen op hun plek liggen, wordt de grond eronder weggegraven zodat er een grafkamer ontstaat.

Uitvindingen
De hunebedden passen in een langdurige periode van prehistorische ontdekkingen en uitvindingen die van grote invloed zijn geweest op de ontwikkeling van Europa. Vanaf 3000 voor Chr. gaan mensen voor het eerst op grotere schaal metaal gebruiken: goud, koper en brons. Er ontstaan handelsnetwerken door heel Europa om aan metalen voorwerpen te komen. Groepen migranten uit het huidige Oekraïne en Rusland trekken deze kant op en nemen uitvindingen zoals het wiel en de wagen met zich mee. En ook hun taal die de basis vormt voor de grootste talenfamilie ter wereld, de Indo-Europese talen. Zowel in de talen die in Europa gesproken worden, als in het huidige DNA van Europeanen en Nederlanders is deze migratiegolf nog terug te zien.

Monument
In Drenthe zijn 52 hunebedden bewaard gebleven, in Groningen twee. Het moeten er echter veel meer zijn geweest. In de loop der eeuwen zijn heel wat hunebedden verdwenen omdat de stenen bijvoorbeeld als bouwmateriaal werden gebruikt. Vanaf de zeventiende eeuw ontstaat er meer aandacht voor de waarde van de hunebedden. Dit leidt in 1734 tot een monumentenwet, die moet voorkomen dat de hunebedden worden vernield.