Onderwijs in Losser

“Losser heeft ene zeer goede school…”

Tijd van burgers en stoommachines

Voor de Bataafs-Franse tijd (1795-1813) was onderwijs een private zaak. De eerste schoolmeester die in Losser wordt genoemd, was Christiaen Boumöller. Hij overleed in 1667. Of er voordien onderwijs werd gegeven in Losser is niet bekend. Ook is onduidelijk of er toen al een schooltje was of dat er in de kerk of pastorie werd onderwezen.

Openbaar onderwijs

In 1806 kwam er een wettelijke regeling voor het onderwijs. Sindsdien werden openbare scholen gesticht. In Losser gebeurde dat in 1807 aan de huidige Teylersstraat. In 1843 was het gebouw al bouwvallig en te klein. Naast hotel Smit kwam een nieuwe openbare school, die f 3.249,‒ kostte. In 1846 meldt Harm Boom, redacteur van de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant: "Losser heeft ene zeer goede school, die in den zomer door 200 en des winters door 280 kinderen wordt bezocht." Bij gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden werd de school in 1893 gesloten. Er werd nieuw gebouwd aan de huidige Langenkamp. Deze school kreeg de naam Openbare Lagere School Dorp I. Het oude schoolgebouw bij hotel Smit deed vanaf 1900 dienst als christelijke bewaarschool. In 1914 werd er een tweede openbare school gebouwd aan de Enschedesestraat (O.L.-school Dorp II.) In 1956 ruilde het openbaar onderwijs de oude O.L.-school Dorp I in voor een modern gebouw aan de Braakstraat: De Springplank. In 1999 verhuisde deze school naar nieuwbouwwijk De Saller en nam ook die naam aan. De voormalige Openbare school aan de Langenkamp deed nog tot 1992 dienst als huishoudschool De Brinkhorst. Aan de Markeweg kwam nog een openbare school van de grond: de Imenhof.

Bijzonder onderwijs

Veel meisjes uit rooms-katholieke gezinnen gingen vanaf 1904 naar de Mariaschool van de Zusters van Schijndel, naast klooster H. Maria Bijstand in Losser, nu onderdeel van een wooncomplex voor ouderen. Na de financiële gelijkstelling van het openbaar en het bijzonder onderwijs (1917) werden overal in het land bijzondere scholen gesticht. In 1930 kreeg het protestantse volksdeel van Losser een eigen school (CVO) met vier lokalen in een deel van het gebouw van de O.L.-school Dorp I. Omdat deze school niet meer voldeed aan de eisen werd er in 1957 een nieuwe christelijke school gebouwd aan de Kloosterstraat. Deze Meester Snelschool is genoemd naar het eerste schoolhoofd. De O.L.-school Dorp II aan de Enschedesestraat werd in 1930 omgezet in de rooms-katholieke jongensschool St. Martinus. Ook de Martinusschool verhuisde later naar De Saller en sinds 2004 staat aan de Keizerskroon een nieuw gebouw voor zowel de Martinusschool als voor de school De Saller. In 1930 verrees aan de Kerkstraat een rooms-katholieke school: de St. Aloysius-jongensschool. Na fusie met de Mariaschool, die in 1976 verhuisde naar de nieuwe wijk Veldzijde, werd de school in 2000 gesloten en ging verder als rooms-katholieke basisschool De Veldzijde. In 1967 werd de lagere school De Wegwijzer gesticht. In datzelfde jaar kwam de samenvoeging van jongens en meisjes op de rooms-katholieke scholen tot stand. De bouw van nieuwe woonwijken gaf ruimte om nog twee nieuwe rooms-katholieke scholen te bouwen: De Basis en De Marke.
De wens om in Losser voortgezet onderwijs te krijgen werd in 1960 vervuld met de komst van de rooms-katholieke ULO, thans een vestiging van het Twents Carmelcollege. In 1965 werden ook de mogelijkheden voor de vestiging van een Lagere Technische School in Losser onderzocht, maar van realisatie is het niet gekomen.

Onderwijs in de buurschappen

In De Lutte stond al in 1750 een schooltje. In 1835 kwam er een nieuwe school, ongeveer waar de huidige St. Plechelmusschool staat. De openbare school werd in 1919 door de gemeente overgedragen aan het kerkbestuur. In Beuningen werd in 1870 een openbare lagere school gebouwd. De huidige Mariaschool dateert van 1911 en werd in 1923 omgevormd tot een rooms-katholieke school. Voordien gingen de kinderen in Denekamp naar school.
De oprichting van bijzondere scholen in 1930 in Losser speelde enkele openbare scholen in de gemeente parten. Zo moesten de openbare scholen in de buurschap De Zoeke (1899‒1934) en in Glane-Beekhoek (1907-1936), tegenover het huidige Syrisch-Orthodoxe Klooster, hun deuren sluiten wegens gebrek aan leerlingen.
In Overdinkel werd dankzij de groeiende bevolking in 1910 een openbare school gebouwd, het huidige Kompas. In 1977 kreeg de school een nieuw gebouw. De Zusters uit Tilburg openden in 1918 een bewaarschool en meisjesschool. Vanaf 1921 was er ook een jongensschool. Beide scholen werden later één school, de Pax Christischool. Voor heel veel inwoners van het dorp is Zr. Castissima onverbrekelijk met het onderwijs verbonden. De protestanten in Overdinkel startten in 1929 hun christelijke CVO-school, later Willem van den Bosschool, nu De Brede School.