De Wijhese Molen

Oudste korenmolen van Overijssel

Tijd van pruiken en revoluties

Wijhe telt maar liefst vijf molens: de Wijhese Molen en de Jonge Gerrit in het dorp, De Vlijt in Marle, de Elshofmolen in de gelijknamige buurschap en de molen op De Boerhaar. Alle molens zijn gebouwd voor het malen van koren. Het waren hoog opgetrokken statige stellingmolens die over de bebouwing en groenaanplant heen de wind konden vangen. De meest in het oog springende molen van Wijhe is tevens de oudste: de molen aan de Langstraat. Niet ten onrechte wordt deze de "Wijhese Molen" genoemd. De korenmolen is gebouwd op een verhoging of molenbelt, dateert uit 1703 en is daarmee de oudste korenmolen van Overijssel. Tezamen met molen De Vlijt is het de enige draai- en maalvaardige molen in Wijhe.

"Wint en paerdemolen"

Vóór 1703 stond er op de huidige Molenbelt ook al een molen. In het gemeentearchief van Wijhe is een akte van verhuur te vinden uit 1696. In dat jaar werd door Coenraad Willem van Dedem, eigenaar van de havezate en het landgoed De Gelder, zijn "wint en paerdemolen en de haft daer toe gehorende, gelegen te Wyhe voor het Dorp" verpacht aan de heer Gerryt Maeten. Bij gebrek aan wind kon de molenaar altijd nog zijn rosmolen in werking stellen, "Ende soo onverhopentlijk aan de wint oft rosmolen eenige tummerage vereijst wyrde, sal de mulder de materalen daertoe nodich op Sijn kosten op het werk moeten leveren, en de timmerluyden en arbeyders met behoorlijche kost en drank versien", valt te lezen in het contract.

Veranderende functie

Vanaf de 19de eeuw lieten de boeren hun graan steeds vaker vermalen tot veevoer in plaats van bakkersmeel, dat zij met name opvoerden aan hun varkens. Zo kreeg de Wijhese molen concurrentie van diverse andere molens in de gemeente. In 1916 verkochten Johannes en Gerrit Strunk ("Gait Mael") de Wijhese molen aan Hendrikus Schurink voor het bedrag van f 8.000,‒. Deze heeft op de molen gemalen van 1916 tot 1939. In 1922 bouwde hij een huis tegenover de molen. Barones de Vos van Steenwijk, de echtgenote van de toenmalige eigenaar van De Gelder, had hier bezwaar tegen, aangezien het volgens haar in strijd was met het recht van de havezate vrij uitzicht te houden op de molen. De bouw ging echter toch door. De opkomst van motoraandrijving deed de windmolens zware concurrentie aan. Sommige molenaars werden graan-, fourage-, kunstmest- en veevoerhandelaren. In 1939 werd de molen doorverkocht aan Gerrit Jan Mensink voor f 2.750,‒. Deze ontdeed de molen in 1941 van zijn wieken, stelling, as, binnenwerk en kruiwerk. Er werd een motor in geplaatst en het malen ging een aantal jaren elektrisch. Na diens overlijden nam de zoon Hendrik Willem Mensink de molen over.

Restauratie

In 1975 kwam men tot de overtuiging dat de zwaar verwaarloosde molen aan de Langstraat gerestaureerd moest worden. De Stichting De Wijhese Molen werd opgericht. Deze stichting wilde van de molen weer een duurzaam monument maken. De toenmalige eigenaar Mensink was bereid de molen voor een gering bedrag over te dragen, op voorwaarde dat hij de grond rondom de molen mocht houden. In 1977 was de overdracht een feit. De straatnaam was inmiddels passend gewijzigd in Molenbelt. Bij de restauratie in 1979 werden nog onderdelen gevonden van de molen van vóór 1703. De bestemming van de molen wisselde nadien van opslagplaats, winkel, atelier- en cursusruimte tot brasserie. De Stichting De Wijhese Molen is nog steeds eigenaar.