Diemens Oorlog

Diemenaren en het verzet

Vijf vreselijke jaren waren het, van mei ’40 tot mei ’45. Vreselijk vanwege het krijgsgeweld van gevechten en bombardementen. Vreselijk vanwege de onvrijheid, de arrestaties, de angst, het wegvoeren en daarna vermoorden van de joden, de dwangarbeid, de roof en in het laatste oorlogsjaar, de honger. Maar op de verschrikkingen kwam ook een antwoord: verzet.

10 mei 1940

Het Duitse leger valt Nederland binnen. Aan de gevechten tegen de invallers namen ook militairen uit Diemen deel zoals Jaap Havekotte in Rotterdam en Jan Kloosterman op het Eiland van Dordrecht. Na vijf lange dagen werd ons land met het terreurbombardement van Rotterdam tot overgave gedwongen.

Na die vijf dagen bleef een groot deel van Nederland vijf jaar lang bezet door de Duitsers. En met Duitsers bedoelen we de Nazi’s: de aanhangers van Adolf Hitler en ook het Duitse leger. Hun doel: Duitsland en de Duitsers oppermachtig maken, ten koste van andere landen en ten koste van andere mensen, de joden in de eerste plaats. Ook ons land, en dus ook Diemen, werd daar het slachtoffer van; steeds meer en steeds erger. Vrijheid bestond niet meer: je mocht niets meer zeggen of schrijven wat de bezetters niet aanstond. Dat gold ook voor de kranten en de radio. De democratie was afgeschaft. De Duitsers en hun Nederlandse handlangers (meestal leden van de Nationaalsocialistische Beweging ofwel NSB, die door de overige Nederlanders als ‘fout’ werden aangeduid) bestuurden het land. Burgemeesters die niet naar hun pijpen dansten werden vervangen door landverraders. Ook in Diemen gebeurde dat in 1943. Joden werden eerst gediscrimineerd, daarna beroofd en vervolgens ‘gedeporteerd’ naar concentratiekampen in Oost-Europa om daar te worden vermoord. Zoals overal werden ook in Diemen mannen gedwongen om in Duitse fabrieken te gaan werken. Een aantal van hen werd daarvoor op straat opgepakt of met geweld van huis gehaald. Verder werd er van alles geroofd: van machines en tin- of koperwerk tot kerkklokken (ook Diemense) en fietsen. Ook veel voedsel verdween naar Duitsland.

Onbeschrijfelijk was het lot van de joden. Hun deportatie betekende bijna altijd de dood in de gaskamers: de Shoah of Holocaust. Ongeveer 107.000 Nederlandse joden zijn in concentratiekampen in Oost-Europa beland en slechts zo’n 5.000 van hen hebben het overleefd. Zo’n 31.000 joden wisten te ontkomen. Ruim de helft van hen door onder te duiken: het in het geheim bij andere mensen gaan inwonen. Op het in huis hebben van onderduikers stonden zware straffen. Van de ruim 90 joden die aan het begin van de oorlog in Diemen woonden, overleefden ongeveer 25 de Shoah. Zoals Frits Gerzon, Manfred Asscher, Abraham Brandon, Jaap Stodel en George Verduin.  

Bij drie huizen van waaruit joden zijn weggevoerd zijn in 2019 in de stoep zogenoemde struikelstenen aangebracht, met daarop hun namen, geboortedatum en de datum waarop zij zijn vermoord.

In Diemen vonden ook joden van elders een onderduikadres, zoals Joop Kijl en de familie Wijnschenk bij de familie Arens, Rinah Pomeranz bij de op fort Diemerdam wonende familie Klop of Max en Herman Raber met hun moeder bij Mettina Venema-Kaspers. Anderen werden door Piet Saan met zijn verhuiswagen naar onderduikadressen elders gereden. Tevens was een aantal Diemenaren, onder wie dominee Hooyer, betrokken bij het veilig onderbrengen van joodse kinderen.

Onderduiken deden ook veel mannen en jongens die in Duitsland moesten gaan werken. Afgezien van het risico dat de onderduikgevers daarbij liepen was ook het voeden en kleden van al die onderduikers een groot probleem want voedsel en kleding waren alleen nog maar verkrijgbaar met door de overheid verstrekte distributiebonnen en iedereen kreeg maar net genoeg bonnen om voor zichzelf of het eigen gezin te zorgen. Er bleef maar één oplossing over: bonnen roven. Verzetsstrijders pleegden daarvoor gewapende overvallen op zogenoemde distributiekantoren, waar veel bonnen klaarlagen om onder de bevolking te worden verdeeld. Vervolgens werden die bonnen doorgesluisd naar iedereen die onderduikers in huis had. In Diemen wist Arie Nieuwpoort, die als ambtenaar op het distributiekantoor werkte, heel veel bonnen achterover te drukken. Hij is er nooit op betrapt gelukkig, want op dit soort diefstal stonden zware straffen en op overvallen al gauw de doodstraf.

Ook met de pen, de stencilmachine en de drukpers werd verzet gepleegd. In een groot aantal in het geheim gemaakte krantjes en bulletins werd over de misdaden van de Nazi’s bericht en opgeroepen tot verzet. Dit was natuurlijk illegaal oftewel verboden en dus gevaarlijk. Bij ontdekking kon je de doodstraf krijgen maar ook op het verspreiden of alleen al bezitten van verzetsbladen stonden zware straffen.  

Een van de bekendste verzetsbladen was Vrij Nederland, dat als maandblad ook nu nog bestaat. Het werd vanaf najaar 1941 in Diemen, bij de drukkerij van mevrouw De Wild (tante Jeanne genoemd) aan de Ouderkerkerlaan, gestencild en vanaf december 1941 gedrukt. Haar neef Andries IJsendijk bediende de drukpers. Het contact met hen was gelegd door gemeenteambtenaar en verzetsman Chris Bührmann. In september 1942 vielen de Duitsers het bedrijf binnen. Andries IJsendijk werd gearresteerd en verdween achter tralies. Gelukkig heeft hij het overleefd. Voor Vrij Nederland moest echter onmiddellijk een andere drukker gevonden worden.

Ook op allerlei andere manieren werd verzet gepleegd zoals het vervalsen van persoonsbewijzen, het door artsen afgeven van ongeschiktheidsverklaringen voor werk in Duitsland, het door boeren achter de hand houden van melk en ander voedsel (dat naar onderduikadressen ging), het bemachtigen van wapens en soms sabotage, zoals in Diemen aan de spoorlijn. Als wraak voor twee aanslagen op de spoorlijn bij Diemen eind 1944 en begin 1945 werden door de Duitsers tien, al eerder gevangengenomen Nederlanders, doodgeschoten. Voor hen zijn bij de spoorbrug over De Diem aan de Overdiemerweg en op de Muiderstraatweg na de oorlog herdenkingsmonumenten geplaatst.

Daarnaast was er ‘klein’ verzet, zoals het luisteren naar de Britse radio, met daarop de Nederlandse uitzendingen van Radio Oranje, het maken van moppen over de Nazi’s of het dragen van een kettinkje met daaraan een munt met de beeltenis van koningin Wilhelmina. Zij stond symbool voor het strijdende Nederland. Met de regering was ze in mei 1940 naar Londen uitgeweken om aan de kant van de Britten de strijd tegen Duitsland voort te zetten. Naast de Nederlandse marine, de in Engeland nieuw opgebouwde luchtmacht en de Prinses Irenebrigade, leverde de omvangrijke Nederlandse koopvaardijvloot misschien wel de belangrijkste bijdrage aan de overwinning op Nazi-Duitsland want zonder aanvoer van goederen is oorlog voeren onmogelijk. Ook enkele Diemense zeelieden vochten al varende voor de vrijheid, onder andere de marinematroos Jan Bastiaan en de koopvaardijmachinist Gerrit Nico de Zoete.

Zware beschietingen of bombardementen zijn Diemen bespaard gebleven maar wel zag en hoorde het dorp vaak grote eskaders geallieerde (Engelse of Amerikaanse) bommenwerpers overvliegen, richting Duitsland. Het Duitse luchtafweergeschut wist soms zo’n vliegtuig neer te halen en in 1943 stortte een geraakte bommenwerper in Overdiemen neer. De bemanning kwam daarbij om het leven.

Heel ingrijpend was de afbraak, op last van de bezetter, van een groot deel van westelijk Diemen (de Nieuwe Buurt) in 1943 en 1944. Dit om een vrij schootsveld te krijgen, om zo na een eventuele landing van geallieerde militairen op de Hollandse kust hen de opmars naar Duitsland te beletten. De inwoners moesten elders onderdak vinden, veelal in huizen van gedeporteerde joden in de Amsterdamse Transvaalbuurt.

In 1944 werden ook veel weilanden rond Diemen onder water gezet. In september 1944 maakte de beschieting door Britse jachtvliegtuigen van een trein, vol met naar Duitsland vluchtende landverraders, bij de Overdiemerweg grote indruk. Er vielen veel doden en gewonden.

Ook de bruggen over het Merwedekanaal werden soms vanuit de lucht aangevallen. Toen in de laatste oorlogswinter de hongersnood steeds groter werd is een groot aantal Diemense kinderen gastvrij opgevangen in het Friese Holwerd, waar de voedselsituatie beter was.

In april 1945 wisten de geallieerde legers de Duitse verdedigingslinies overal te doorbreken en toen op 5 mei het Duitse leger in Nederland zich overgaf kon Diemen op 8 mei zijn binnentrekkende bevrijders toejuichen.

Jaap Haag

Verder lezen: Alfred Bakker, Willy Bulterman-Hartsink, John Cuijpers e.a. (red.), Diemens oorlog. Dorp bij Amsterdam onder Duitse bezetting, Diemen 2015.

zie ook: https://onh.nl/verhaal/van-rood-naar-groen-en-oranje

zie ook:  www.he154.nl